Dr. J.G. van Gelder als gevolmachtigde in opdracht van de ministeries van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van Financiën
Aanleiding voor oprichting
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden op grote schaal kunst en cultuurgoederen geroofd. In 1945 vonden de geallieerden een groot deel van deze kunstroof terug in Duitse depots. Tijdens de bezetting waren door het 'Comité tot Herstel van ’t Nederlands Kunstbezit' en de ‘Voorlopige Commissie inzake terugverkrijging van kunstschatten, bibliotheken en archieven uit Nederland afkomstig’ al plannen ontwikkeld voor de recuperatie van kunst en cultuurgoederen. Na de bevrijding van Nederland konden de plannen worden geconcretiseerd. Voor de uitvoering van de opsporing, de recuperatie, het beheer en de restitutie van geroofde kunst en cultuurgoederen werd de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK) opgericht.
De oprichting van de SNK en de werkzaamheden die door de stichting zijn verricht moeten geplaatst worden in de context van de destijds geldende opvatting dat de wederopbouw van het land primair bedoeld was voor de samenleving als geheel en niet voor het getroffen individu. De kunstrepatriëring diende het nationale belang en in het verlengde hiervan lag ook de wens kunstwerken aan te wenden voor openbaar cultureel erfgoed. De teruggave van kunst en cultuurgoederen aan rechthebbenden stond niet ter discussie, maar kende geen grote prioriteit.
Voorloper
Voorlopige Commissie inzake terugverkrijging van kunstschatten, bibliotheken en archieven uit Nederland afkomstig
In de statuten uit 1945 is de inrichting van de Stichting als volgt beschreven:
de Commissie van Hoofden van Ministeries (de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (O.K.W.) en de Minister van Financiën). De Commissie van Hoofden van Ministeries stelde richtlijnen vast voor het algemene beleid.
de Raad van Beheer (bestuur)
de Directie (belast met de dagelijkse leiding)
Tijdens de oprichtingsvergadering op 18 juni 1945 werden tot voorzitter, secretaris en leden van de Raad van Beheer aangewezen:
Jhr. D.C. Roëll (voorzitter)
J.A.C. Sandberg (vicevoorzitter), vertegenwoordiger van het ministerie van Financiën
dr. J.G. van Gelder (secretaris)
dr. N.R.A. Vroom (2e secretaris)
E.J.M. Douwes (lid), vertegenwoordiger van de kunsthandel
dr. W. Huender (lid), vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken
kolonel W.Chr. Posthumus Meyes (lid), Commissaris-Generaal voor de Nederlandsche Economische Belangen in Duitsland (C.G.R.)
In de loop van 1945 werd de Raad van Beheer uitgebreid met:
mr. J.K. van der Haagen, vertegenwoordiger van het ministerie van O.K.W.
mr. W. van Elden, vertegenwoordiger van het Nederlands Beheers Instituut (N.B.I.)
Bij notariële akte van 18 april 1946 werden de statuten van de Stichting gewijzigd. In het vervolg bestond de Stichting Nederlands Kunstbezit uit:
de Raad van Beheer
de Directie
Afdeling Binnenland
Afdeling Buitenland
Bureau Amsterdam
Bureau Den Haag
Voor wat betreft de werkzaamheden in het buitenland, viel de SNK onder het Commissariaat-Generaal voor de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland. De SNK maakte als Sectie Kunstschatten, Bibliotheken en Archieven deel uit van het Commissariaat-Generaal voor de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland.
In 1949 werd de directie van de Stichting overgenomen door het Bureau Herstelbetalings- en recuperatiegoederen (Hergo) van het ministerie van Financiën. Na de opheffing van de Stichting verzorgde het Bureau Hergo de verdere afwikkeling van de werkzaamheden. In 1953 kwamen de taken terecht bij de Directie Bewindvoering van het ministerie van Financiën.
Positie binnen de organisatie
De SNK viel onder de verantwoordelijkheid van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (O.K.W.) en de minister van Financiën.
Voor wat betreft de werkzaamheden in het buitenland, viel de SNK onder het Commissariaat-Generaal voor de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland. De SNK maakte als Sectie Kunstschatten, Bibliotheken en Archieven deel uit van het Commissariaat-Generaal voor de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland.
Doelstelling
In artikel 1 van de oprichtingsstatuten stond als doelstelling vermeld: ‘Het verlenen van medewerking bij alle handelingen welke verband houden met kunstschatten, bibliotheken en archieven welke zich bevinden of hebben bevonden in vijandelijk bezit en het verrichten van alle in den ruimste zin daarmede verband houdende handelingen, alles volgens de daartoe betrekkelijke van regeringswege te nemen maatregelen en volgens de daartoe door de bevoegde instanties te geven instructies.’
In de gewijzigde statuten d.d. 18 april 1946 werd de doelstelling als volgt gedefinieerd: ‘De Stichting heeft ten doel het verlenen van medewerking bij alle handelingen, welke verband houden met voorwerpen van culturele betekenis, welke in eigendom toebehoren of toebehoord hebben aan een vijandelijke Staat of een vijandelijke onderdaan volgens de definitie van artikel 1 en 2 van het Besluit Vijandelijk Vermogen [KB E 133] of van een persoon bedoeld in artikel 6, lid 1 van dat Besluit, of waarvan de eigenaar onbekend is, en het verrichten van alle in den ruimsten zin daarmede verband houdende handelingen, alles volgens de daartoe betrekkelijke van regeringswege te nemen maatregelen en volgens de daartoe door de bevoegde instanties te geven instructies’.
Bevoegdheden
De Commissie van Hoofden stelde de richtlijnen vast van het algemeen beleid van de Stichting. De Stichting werd bestuurd door de Raad van Beheer, die de dagelijkse leiding van de Stichting op droeg aan de Directie.
Taken
De taken van de SNK bestonden uit de opsporing, de recuperatie, het beheer en de restitutie van geroofde kunst en cultuurgoederen uit binnen- en buitenland.
De afdeling Binnenland had van het Nederlands Beheersinstituut (NBI) tot taak gekregen de in Nederland aangetroffen kunstschatten uit vijandelijk gebied en ‘landverradelijk’ bezit op te sporen, te inventariseren, te taxeren en te beheren.
De taak van de Afdeling Buitenland was gericht op:
de terugvoering uit het buitenland naar Nederland van kunstvoorwerpen
het beheer van de terugvoerde kunstvoorwerpen
de teruggave van de kunstvoorwerpen aan de rechtmatige eigenaren of eventueel de verkoop
In 1948 bleek dat de SNK onvoldoende grip had op het verloop van de werkzaamheden. Door een personeelstekort raakten de administratie en de afhandeling van de restitutie van kunst op achterstand. Het Nederlands Beheersinstituut nam de onder de afdeling Binnenland ressorterende goederen in eigen beheer over. Een accountantsonderzoek, dat voorafging aan deze overdracht, maakte duidelijk dat er sprake was van administratieve onnauwkeurigheden, slecht beheer en vermissingen van kunstvoorwerpen. Dit leidde tot de arrestatie van onderdirecteur L.J. van Wachem. Een gerechtelijk onderzoek bracht meer onregelmatigheden aan het licht, waarna ook de directeur van de SNK, dr. A.B. de Vries, werd gearresteerd op verdenking van het houden van een verborgen kas en het indienen van een aantal valse claims. In 1951 is De Vries buiten vervolging gesteld door onvoldoende bewijs van schuld.
In november 1948 werd mr. J. Jolles benoemd tot directeur van de SNK. Onder zijn leiding werden de administratie en het beheer gereorganiseerd. De goederen die volgens de SNK niet voor restitutie aan de oorspronkelijke eigenaren of nabestaanden in aanmerking kwamen, bijvoorbeeld omdat zij indertijd vrijwillig waren verkocht, werden òf geveild ten bate van de nationale schatkist òf ten behoeve van het openbare kunstbezit in bruikleen gegeven aan musea of rijksgebouwen.
Inventaris van het archief gevormd door de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK) en haar taakvoorganger/taakopvolgers, (1930) 1945-1951 (1983) (Winschoten [Centrale Archiefselectiedienst] / Den Haag [Nationaal Archief] 1990).
Muller, E. en H. Schretlen, Betwist bezit. De Stichting Nederlandse Kunstbezit en de teruggave van kunstroof na 1945 (Zwolle 2002).
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998)
Omvang: 178 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 13-45).
Indices op toegang
Kaartsystemen
Omvang
39,7 meter
Aantal inventarisnummers
1189 inventarisnummers
Archiefordening
Alfabetisch
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
foto
papier
Openbaarheid
niet openbaar
Verloren geraakt
Er zijn geen archiefdelen verloren geraakt.
Selectie en vernietiging
Tijdens het inventariseren heeft vernietiging van archiefbescheiden plaatsgevonden aan de hand van de lijst van te vernietigen archiefbescheiden van het ministerie van Financiën. De volgende stukken zijn vernietigd:
Stukken betreffende het verstrekken van inlichtingen van eenvoudige aard betreffende de dienst;
Berichten die na verloop van korte tijd voor de administratie geen betekenis meer hebben;
Stukken betreffende de inning en betaling van gelden, toewijzing van kredieten, kredietopening en wijziging, boekingsstukken, alsmede de gemaakte periodieke overzichten daarvan;
Stukken betreffende de af- en bijschrijvingen van gelden;
Stukken betreffende het verstrekken van bijdragen voor tijdschriften, publicaties en interviews;
Sollicitatiestukken van personen die niet zijn aangesteld.
De omvang van de archivalia gevormd door de SNK en haar taakvoorganger en taakopvolgers bedroeg voor de inventarisatie 50 strekkende meter en na afloop van de inventarisatie 40 strekkende meter.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief bevat:
stukken over de organisatie, de administratie, de procedures en controle van de Stichting Nederlands Kunstbezit.
grote series aangifteformulieren met gegevens over kunstvoorwerpen die tijdens de oorlog zijn verkocht of afgestaan. Deze aangifteformulieren zijn op verschillende wijzen gerangschikt: op naam van koper, op naam van kunstvoorwerp, op naam van eigenaar, van verkoop, wel of niet teruggevoerd naar Nederland, in bruikleen gegeven aan musea etcetera. In samenhang met deze formulieren zijn zogenaamde correspondentie- of beheersdossiers aangelegd. Deze dossiers bevatten correspondentie over opsporing, eventuele teruggave of verkoop van goederen.
ladinglijsten van transporten van teruggevoerde kunstvoorwerpen, voorraadboeken van bij de SNK aanwezige voorwerpen, taxatielijsten en –rapporten, staten van teruggegeven kunstvoorwerpen en van verblijfplaatsen van voorwerpen en collecties, cessieakten waarbij vorderingen op de SNK werden overgedragen.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Er bevinden zich noch originele archivalia van andere archiefvormers noch gedeponeerde archieven in dit archief.
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Er bevinden zich geen archivalia van de archiefvormer in andere archieven.
Opmerkingen
Het archief bevat fotoverzamelingen (inclusief negatieven en glasnegatieven) van schilderijen en andere kunstvoorwerpen die zijn weggevoerd, teruggevoerd, verkocht of geroofd.