Bureau Herstelbetalings- en Recuperatiegoederen was bij ministeriële beschikking d.d. 8 november 1948 belast met de volgende taken:
1. Verkoop en overige liquidatie van in Nederland aangetroffen oorlogsbuit en afwikkeling van hierop betrekking hebbende aangelegenheden, zoals de uitvoering wet H133, en de invordering van gelden, die particuliere of overheidsdiensten verschuldigd waren voor koop of ingebruikneming van oorlogsbuitgoederen.
2. Het treffen van regelingen met grondeigenaren of gegadigden t.a.v. de rechten, welke de Staat kan doen gelden tot door de Duitse bezetting opgerichte opstallen.
3. Liquidatie (door rechtsherstel of verkoop) van naar Nederland gerecupereerde goederen (na overdracht der werkzaamheden van de Stichting Nederlands Kunstbezit op 1 juli 1950 uitgebreid met de liquidatie van de gerecupereerde kunstvoorwerpen).
4. Verkoop van alle herstelbetalingsgoederen.
Op 1 juni 1949 werden de werkzaamheden van het Commissariaat-Generaal voor de Nederlandsche Economische Belangen (C.G.R.) door Bureau Hergo overgenomen. De C.G.R. werd eind mei 1949 geliquideerd. Bureau Hergo werd eveneens belast met de liquidatie van de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK). Per 1 juli 1950 werden de werkzaamheden van de SNK aan Bureau Hergo overgedragen.
Bij ministeriële beschikking van 17 juli 1952 werden in verband met de geleidelijke liquidatie van Bureau Hergo de werkzaamheden van de Afdeling Scheepszaken per 1 augustus 1952 overgedragen aan de Directie Bewindvoering van het ministerie van Financiën. Bij ministeriële beschikking van 29 januari 1953 werd Bureau Hergo per 1 februari 1953 opgeheven. De werkzaamheden van Bureau Hergo werden overgenomen door de Directie Bewindvoering van het ministerie van Financiën.