| ||||||||||||
|
Nederlands Instituut voor OorlogsdocumentatieNaamsafkorting
NIOD; N.I.O.D.; RIOD; R.I.O.D.; RvO; R.v.O.
Oprichtingsdatum
8 mei 1945
Toelichting op de periode van bestaan
1945-heden. In de Staatscourant van 8 mei 1945 werd melding gemaakt van de instelling van het Rijksbureau voor Oorlogsdocumentatie. Drie weken later trok de Chef-Staf van het Militair Gezag dit instellingsbesluit echter weer in, net als vrijwel alle besluiten die in de eerste dagen van de oorlog waren genomen. Pas twee jaar later werd bij Koninklijk Besluit dd 5 september 1947 de oprichting van het Rijksbureau bekrachtigd. Oprichters
Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Gerrit Bolkestein en economisch historicus professor dr. N.W. Posthumus Aanleiding voor oprichting
Zowel in bezet Nederland als in Londen ontstonden ideeën om na de bevrijding een centrum voor oorlogsdocumentatie op te richten. De belangrijkste initiatiefnemer in Nederland was N.W. Posthumus. Posthumus zag het verzamelen en ordenen van materiaal over Nederland tijdens de Duitse bezetting als hoofdtaak van het centrum. Ook in Londen werd door de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Gerrit Bolkestein gesproken over het oprichten van een instantie voor oorlogsdocumentatie. Drie dagen na afloop van de bezetting werd dit centrum gerealiseerd met als naam het Rijksbureau voor Oorlogsdocumentatie. Een aantal maanden later werd het Rijksbureau omgedoopt tot Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie geleid door een directorium. Chef van het instituut was Loe de Jong. Pas op 5 september 1947 werd bij Koninklijk Besluit het RIOD formeel ingesteld. Voorloper
Inrichting van de organisatie
Instelling
Directeuren van het RIOD/NIOD
1945-1954
1954-1995
1996-1999
1999-heden. Overgang naar de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen per 1 januari 1999
Positie binnen de organisatie
Tot en met 1963 viel het RIOD onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De twee daarop volgende jaren werd het instituut ondergebracht bij het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Vanaf 1966 kwam het Rijksbureau weer te ressorteren onder het ministerie van Onderwijs, (Cultuur) en Wetenschappen. Vanaf 1 januari 1999 is het instituut onderdeel geworden van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. De naam van het instituut werd gewijzigd van Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie in Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie. Doelstelling
Het NIOD wil op hoog kwalitatief niveau historisch onderzoek verrichten, documentatie verzamelen en beschikbaar stellen met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog, bezien in een breed chronologisch en internationaal kader. Het wil daarbij functioneren als een inspirerend centrum van wetenschappelijke en maatschappelijke activiteiten waarbij onderzoekers en belangstellenden met uiteenlopende achtergrond uit binnen- en buitenland zijn betrokken. Taken
Taken gedurende de eerste jaren van het bestaan van het NIOD
Taken van het NIOD (KB 28 juli 1979)
Onder punt 5 valt ook het doen van verificatieonderzoek in het kader van het pensioen- en uitkeringsstelsel voor oorlogsgetroffenen en van de Duitse schadevergoedingswetten. Taken sinds eind jaren '90 van de twintigste eeuw
Onder punt 3 valt ook het doen van verificatieonderzoek in het kader van het pensioen- en uitkeringsstelsel voor oorlogsgetroffenen. Thema's
Doelgroep
Verzetsdeelnemers Nederland
Vervolgingsslachtoffers Nederland
Burger-oorlogsgetroffenen Nederland
Oorlogsgetroffenen uit Nederlands-Indië
Tweede generatie
Collaborateurs
Repatrianten
Toelichting op geografische trefwoorden
Het hoofdbureau van het RIOD was gevestigd in Amsterdam. Daarnaast had het RIOD vlak na de oorlog enige tijd nevenvestigingen in Den Haag en in Batavia. Verwijzing naar andere archiefvormers
Literatuur
Website
Verdieping
Collectie van de Indische Afdeling van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (Indische Collectie)Periode
1946-heden
Beginjaar
1946
Vindplaats
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam www.niod.nl Toegang
Inventaris met nadere toegangen Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
Indices op toegang
Nadere toegangen op/bijlagen bij de inventaris
Omvang
ca 80 meter; 2034 inventarisnummers Archiefordening
Alfabetisch Numeriek Thematisch Toelichting
De archiefstukken zijn op onderwerp in de inventaris geordend.
Informatiedrager
foto papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD. Alleen de inventarisnummers 368-509,1901, 1916-1918, 2413, 2415, 3085, 3217, 4527 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD. Selectie en vernietiging
Na ontvangst door het NIOD zijn de doubletten vernietigd tijdens de bewerking van het archief Analytische beschrijving van het archief
De Indische Collectie is een verzameling stukken die in de loop van de jaren bijeen is gebracht door NIOD-medewerkers. Er is een aantal kleine archiefbestanden opgenomen, maar de collectie bestaat voor het overgrote deel uit losse stukken afkomstig van particulieren. Er zijn met name stukken aanwezig over de ervaringen van Nederlanders tijdens de Japanse bezetting. Maar ook stukken die betrekking hebben op de periode die begint met de aanloop tot de Tweede Wereldoorlog en de periode vanaf de bevrijding tot aan de soevereiniteitsoverdracht in december 1949 behoren tot de Indische Collectie. Bijna alle stukken betreffende Nederlands-Indië die het NIOD bezit, zijn opgenomen of worden opgenomen in de Indische Collectie. De collectie bevat onder andere persoonlijke verslagen, brieven, enquêtes, ambtelijke rapportages, verhoren en vonnissen. Het materiaal heeft betrekking op de Japanse bezetting, het Japanse bestuur (inclusief het opsporingsapparaat), de internerings- en krijgsgevangenkampen, verzet, vervolging en oorlogsmisdaden, roof en plundering (rampok), de Indonesische revolutieperiode, herstel van oorlogsschade, hulpverlening tijdens en na de Japanse bezetting, repatriëring en nazorg. Met betrekking tot het onderwerp repatriëring zijn er met name rapporten van de RAPWI over hun werkzaamheden en stukken over de activiteiten van de NIBEG (Nederlands-Indische Bond van Ex-krijgsgevangenen en Geïnterneerden) te Bangkok in de collectie te vinden. Tevens zijn er enquêteformulieren (alfabetisch geordend) ingevuld door repatrianten uit Nederlands-Indië en bevat de collectie lijsten met namen van displaced persons, overleden en vermiste personen en passagierslijsten. Een deel van de stukken over de repatriëring bestaat uit opgetekende ervaringen van repatrianten. De Indische Collectie bevat ook (een deel) van het archief van de Opsporingsdienst Overledenen. Deze organisatie was werkzaam na de bevrijding en was belast met het verzamelen van betrouwbare gegevens over alle Nederlanders en Nederlandse onderdanen die na 7 december 1941 in en rond Indonesië waren overleden of werden vermist. De collectie kan nog worden uitgebreid met schenkingen. Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
De Indische Collectie is een verzameling van archiefstukken die in de loop van de jaren door het NIOD bij elkaar zijn gebracht. Veel van de archiefstukken zijn afkomstig van particulieren. In de collectie is een aantal kleinere archiefbestanden opgenomen van onder andere de:
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
De Indische Collectie werd beheerd door de Indische Afdeling van het NIOD. Deze afdeling had ook haar eigen archief. Archief van de Indische Afdeling van het Rijksinstituut voor OorlogsdocumentatiePeriode
1946-1984 (1996)
Beginjaar
1946
Eindjaar
1984
Vindplaats
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam www.niod.nl Toegang
Inventaris met nadere toegangen Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
400 Archief van de Indische Afdeling De inventaris bevat een archivistische inleiding. Voor meer informatie over de afdeling en het archief van de afdeling zie In de Tussenruimte. Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en de erfenis van het Indisch verleden (Amsterdam 2009). Indices op toegang
Nadere toegangen op/bijlagen bij de inventaris
Omvang
7 meter; 367 inventarisnummers Archiefordening
Chronologisch Thematisch Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD. Selectie en vernietiging
Geen verdere informatie over bekend Analytische beschrijving van het archief
Het archief is gevormd door de Indische Afdeling van het RIOD, het Bureau Batavia en de Stichting "Indië in de Tweede Wereldoorlog" (INTWO). Het bestaat uit:
De Indische Afdeling vroeg aan repatrianten om vragenlijsten in te vullen en eventueel verslagen te schrijven over hun ervaringen tijdens de Japanse bezetting. Deze vragenlijsten en verslagen zijn opgenomen in het archief en zijn alfabetisch geordend op achternaam van de repatriant. Daarnaast is ook de neerslag van interviews afgenomen door medewerkers van de Indische Afdeling met repatrianten bewaard gebleven. Het archief bevat verder een alfabetische lijst van gesneuvelde KNIL-militairen met vermelding van de plaats en datum van overlijden, de Erelijst van Gevallenen van het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog en een alfabetische lijst van overledenen in gevangenissen op Java. Een enkel dossier behandelt verificatieonderzoeken betreffende aanvragen van Indische vervolgingsslachtoffers in het kader van de Rijksgroepsregeling Vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
De Indische Afdeling had het beheer over de Indische Collectie. Deze collectie is een verzameling stukken over Nederlands-Indië in de periode van vlak voor de Tweede Wereldoorlog tot de soevereiniteitsoverdracht en de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Collectie Kampen en gevangenissenBeginjaar
1946
Eindjaar
2006
Vindplaats
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam www.niod.nl Toegang
Inventaris Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
Omvang
5,5 meter; 1061 inventarisnummers Archiefordening
Thematisch Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het archief is voor een groot deel openbaar. Alleen de inventarisnummers 24, 37, 38, 57, 102, 138, 155 t/m 161, 172, 327, 329, 356, 357, 363, 384 t/m 960, 983, 991 en 992 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD. Ook de inventarisnummers 13, 14, 17 t/m 20, 26, 44 t/m 52, 58, 89, 108, 109, 119, 121, 122, 125 t/m 128, 131 t/m 133, 140 t/m 145, 245, 326, 330, 331 t/m 337, 341 t/m 349, 364, 365 t/m 368, 370 t/m 374, 379, 964, 981, 982, 984, 985, 993, 994, 1027 en 1053 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD. Selectie en vernietiging
Tijdens de bewerking van de collectie zijn doubletten verwijderd. Van enkele persoonsdossiers die geen aanwijsbare overeenkomst hadden met kampverslagen (zie inventarisnummers 384-961) zijn afzonderlijke collecties gemaakt. De nieuwe collectienummers zijn:
Analytische beschrijving van het archief
In de collectie zijn documenten samengebracht van zeer diverse aard. Onder meer materiaal van en over instanties die na de oorlog opsporingen hebben verricht naar vermiste personen en belangenverenigingen van oud-gevangenen. De collectie bevat een groot aantal lijsten van (gedeporteerde) gevangenen samengesteld door verschillende organisaties en lijsten van overleden gevangenen en overlevenden. Een deel van de laatste soort lijsten zijn opgesteld na de bevrijding van een kamp. Daarnaast bevat de collectie persoonsdossiers over een aantal gevangenen. De collectie bevat ook stukken over en lijsten met namen van gevangenen die gerepatrieerd zijn. Deze stukken zijn onder andere afkomstig van het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen, het Centraal Registratiebureau voor Joden, de repatriëringscommissaris voor repatriëring en het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. Een aantal stukken behandelt de repatriëring van individuen. Daar het grootste deel van de lijsten afkomstig is van andere organisaties, zullen de lijsten aanwezig in de collectie Kampen en gevangenissen ook terug te vinden zijn in de archieven van de desbetreffende instanties. Van bovenstaande en andere instanties zijn er stukken en lijsten over de opsporing van vermiste personen. Zo zijn er van vermiste joden diverse lijsten die na de oorlog zijn teruggekomen/opgedoken. Een deel van de stukken is gevormd door A. Treurniet van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie betreffende zijn opsporingswerkzaamheden. Tenslotte zijn er diverse rapporten van de Nederlandse Missie tot Opsporing van Vermiste Personen uit de Bezettingstijd over kampen en gevangenissen in Duitsland. Deze rapporten zijn geordend op gevangenis. Daarnaast bevat de collectie documentatie over diverse Duitse concentratiekampen en gevangenissen. Een groot deel van de bescheiden is naoorlogs, al bevinden zich verscheidene contemporaine stukken in de collectie. De deelcollectie is gevormd tijdens de verzamel- en onderzoekswerkzaamheden van het toenmalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD). Daarnaast zijn bijdragen geleverd in de vorm van schenkingen. Aangezien het NIOD nog regelmatig schenkingen ontvangt, is het mogelijk dat de collectie in de toekomst wordt uitgebreid. Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
De collectie Kampen en archieven is een verzameling van stukken van diverse organisaties die het RIOD/NIOD heeft ontvangen bij de opsporingswerkzaamheden. Later is de collectie ook uitgebreid met giften. Slechts een aantal stukken is door medewerkers van het RIOD/NIOD gevormd. Collectie Gevangenissen in NederlandPeriode
1945-heden
Beginjaar
1945
Vindplaats
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam www.niod.nl Toegang
Inventaris met nadere toegangen Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
Indices op toegang
Door medewerkers van het toenmalige RIOD is een cartotheek vervaardigd van gevangenen van het Oranjehotel in Scheveningen. De afzonderlijke kaartjes verwijzen naar de lijsten van binnengebrachte gevangenen (inventarisnummers 149-159). Omvang
1 meter; 232 inventarisnummers Archiefordening
Alfabetisch Chronologisch Thematisch Anders Toelichting
De stukken zijn per gevangenis geordend Informatiedrager
papier tekening Andere informatiedrager
De collectie Gevangenissen in Nederland bevat tekeningen van Jo Spier tijdens zijn gevangenschap in het Huis van Bewaring in Amsterdam Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het archief is voor een groot deel openbaar. Alleen de inventarisnummers 67, 107, 111, 112, 113, 114, 120, 121, 123-126, 132, 149-159 en 196 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD. Ook de inventarisnummers 50, 59, 62, 64, 68, 72-75, 77-81, 83, 88-92, 99, 102, 103, 115, 122, 127-131, 133, 134, 160, 164-177, 189, 191, 192, 197 en 200 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD. Selectie en vernietiging
Er zijn geen stukken vernietigd Analytische beschrijving van het archief
De deelcollectie bestaat uit documenten (of kopieën daarvan) betreffende penitentiaire inrichtingen die door de Duitse bezetter zijn gebruikt als gevangenis. De collectie is gevormd tijdens de verzamel- en onderzoekswerkzaamheden van het toenmalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD). Daarnaast zijn bijdragen geleverd in de vorm van schenkingen. De collectie bevat lijsten met namen van (voormalige) gevangenen. De meeste van deze lijsten zijn na de oorlog samengesteld. Tevens bevat de collectie registers van gevangenen. Deze registers zijn wel tijdens de oorlog ontstaan en behoorden tot de originele gevangenisadministratie. De Missie tot Opsporing van vermiste personen uit de bezettingstijd heeft een aantal rapporten geschreven over gevangenen en gevangenissen in Nederland en deze zijn terug te vinden in de collectie. Collectie Roof, Recuperatie en OorlogsmisdrijvenBeginjaar
1948
Eindjaar
1981
Vindplaats
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie; Amsterdam www.niod.nl Toegang
Opschrift op dozen Toelichting
Het archief is niet geïnventariseerd. Op etiketten op de dozen staan in het handschrift van RIOD-medewerker A.J. van der Leeuw gegevens over de inhoud van de dozen, bijvoorbeeld S-actie, D-actie, goudprocessen, Sico etc. Kenmerk toegang
Toegangsnummer 281 Omvang
9,125 meter Archiefordening
Thematisch Toelichting
Ordening op object van onderzoek of naar het soort werkzaamheden van Van der Leeuw Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Analytische beschrijving van het archief
Dr. A.J. van der Leeuw was wetenschappelijk medewerker van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) van 1948 tot 1981. In zijn functie was Van der Leeuw betrokken bij de toepassing van het Bundesrückerstattungsgesetz (BRüG) en het Bundesentschädigungsgesetz (BEG). Vanaf de oprichting van de stichting Sieraden-Comité (Sico) was hij betrokken bij de werkzaamheden van deze organisatie, vanaf 22 juni 1984 ook als bestuurslid. Hij deed onderzoek ten behoeve van het Sieraden-Comité en besteedde een deel van zijn werktijd aan de behandeling van schadeclaims die bij het comité werden ingediend. Daarnaast was hij betrokken bij de werkzaamheden van het Centraal Afwikkelingsbureau Duitse Schade-uitkeringen (Cadsu). In 1957 bracht het RIOD "die Bestimmung des aus den Niederlanden weggeführten jüdischen Hausrats" uit, dat door Van der Leeuw was geschreven. Dit zogenaamde Gutachten werd in Bonn gebruikt voor de onderhandelingen, die door de Stichting Jokos sinds oktober 1957 met het Bundesministerium werden gevoerd. Bij alle latere onderhandelingen over grote schadevergoedingsacties werd steeds een door Van der Leeuw uitgebracht Gutachten als feitelijke onderhandelingsbasis gebruikt. In de Gutachten werd aangetoond in hoeverre geroofde goederen in West-Duitsland en Berlijn waren terecht gekomen, hetgeen voorwaarde was voor toekenning van de schadeclaims (het zgn. Verbringungsnachweis). Daarnaast had het RIOD een rol bij het aantonen dat een persoon bepaalde goederen in bezit had, die hem om redenen van ras, geloof of wereldbeschouwing door een orgaan van het Duitse Rijk waren ontnomen (het zgn. Entziehungsnachweis). De 'Collectie Roof, Recuperatie en Oorlogsmisdrijven' is het werkarchief van Van der Leeuw. In het archief bevinden zich bescheiden die door Van der Leeuw zijn opgemaakt, verzameld en ontvangen ten behoeve van zijn werkzaamheden voor de Cadsu en de Stichting Sieraden-Comité, in het kader van de Bundesrückerstattungsgezets (BRüG) en het Bundesentschädigungsgesetz (BEG). Het bevat onder meer processtukken, correspondentie, verslagen, onderzoeksmateriaal en de zgn. Gutachten. Daarnaast bevat het archief stukken betreffende de opsporing van oorlogsmisdadigers. Archief van het Nederlands Instituut voor OorlogsdocumentatiePeriode
1945-heden
Beginjaar
1945
Vindplaats
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam www.niod.nl Toegang
Geen toegang Anders Toelichting
Het archief is toegankelijk middels een cartotheek. De cartotheekkaarten zijn alfabetisch geordend op correspondent en verwijzen naar de correspondentie van het NIOD met deze persoon. De cartotheek is bijgehouden tot en met 1991, daarna is het NIOD overgestapt op een elektronische kaartenbak. Vanaf 1955 heeft het NIOD registers voor inkomende en uitgaande correspondentie ingevoerd. Omvang
De omvang van het archief bedraagt ongeveer 115-125 meter Archiefordening
Alfabetisch Chronologisch Thematisch Toelichting
Het archief over de periode 1945-1954 is opgedeeld in meerdere blokken met verschillende looptijden. Deze blokken zijn verder onderverdeeld in rubrieken.
De indeling van het archief waarmee in 1955 werd begonnen, heeft bestaan tot de reorganisatie van het NIOD in 1996 en vormt ook nu nog het achterliggende principe bij de ordening van het archief. Elk jaar werd begonnen met een nieuw archief, waardoor het archief op het hoogste niveau op jaar is geordend. Het archief is per jaar onderverdeeld in zeven hoofdrubrieken:
De zeven hoofdrubrieken zijn verder onderverdeeld in deelrubrieken. Binnen de deelrubrieken werd de correspondentie alfabetisch geordend op correspondent. Stukken betreffende de werkzaamheden in het kader van de Bundesentschädigungsgesetz zijn opgenomen in het archief onder de hoofdrubriek ‘VI Speciale Onderzoekingen, BEG’. Vervolgens zijn ze thematische geordend. Aparte mappen werden aangemaakt voor de correspondentie met het CADSU, de Raad van Advies en het Rode Kruis. Ook andere instellingen waarmee veel werd gecorrespondeerd, werden apart opgenomen, zo is er bijvoorbeeld een map ‘Stichting '40-'45’ en ‘(Gemeente) Politie'; 'Huis van Bewaring'; 'Strafgevangenissen’. De rest, het overgrote deel, kwam echter terecht in een map ‘Bundesentschädigungsgesetz A-Z’, waarin de correspondentie alfabetisch geordend werd. Tot slot zijn er ten behoeve van de verificatiewerkzaamheden vele cartotheken aangelegd. Zoals de cartotheek op de Staatsanwalt, die hoofdzakelijk werd aangelegd aan de hand van het register op het archief van de Deutsche General Staatsanwalt en de cartotheek op de Indische Collectie. De bovenstaande indeling in zeven hoofdrubrieken is sinds het NIOD is begonnen met het digitaliseren van de correspondentie in 2009 komen te vervallen. Informatiedrager
papier server Openbaarheid
niet openbaar Selectie en vernietiging
Er zijn sinds de oprichting van het instituut geen stukken vernietigd Analytische beschrijving van het archief
Onder de hoofdrubriek VII Dienstbetoon en inlichtingen vielen archiefbescheiden betreffende:
Het archief bevat veel stukken betreffende de verificatie van gegevens in het kader van pensioenen, uitkeringen en schadevergoedingen. De stukken zijn per jaar en daarna per wet of schaderegeling geordend. Daarbinnen zijn de stukken alfabetisch geordend. Deze stukken zijn niet openbaar. Er zijn geen aparte mappen gemaakt over de opsporing van vermiste personen of de repatriëring. Stukken over deze onderwerpen zijn wel aanwezig in het archief, alleen zijn deze moeilijk vindbaar, daar het archief op de naam van de correspondent is ontsloten en niet op onderwerp. Bronnen
Mevr. Monique van Kessel, medewerker Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie |
|||||||||||
|