United Nations Relief and Rehabilitation Administration en de International Refugee Organization
Aanleiding voor oprichting
De voorloper van de International Tracing Service, het Central Tracing Bureau, werd opgericht door de United Nations Relief and Rehabilitation Administration UNRRA. Na de opheffing van de UNRRA werd het bureau overgenomen door de International Refugee Organization en werd de naam gewijzigd in de International Tracing Service. De Bonn-Agreements uit 1955 regelden het voortbestaan van de ITS, nu onder leiding van het Internationale Rode Kruis. De verdragen werden ondertekend door 10 landen: België, West-Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Israël, Italië, Luxemburg, Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Net als de UNRRA was ook de IRO een tijdelijke organisatie en was het vanaf het begin duidelijk dat de CTB slechts een aantal jaar onder IRO werkzaam kon zijn. Bij de IRO was echter weinig geld om de ITS draaiende te houden. Er werden bezuinigingen doorgevoerd en een aantal taken werd vereenvoudigd of stopgezet en een deel van het personeel werd ontslagen. De Geallieerde Hoge Commissie voor Duitsland besloot de ITS over te nemen en op 1 januari 1951 kwam de ITS onder verantwoording van de Geallieerde Hoge Commissie te staan.
In 1955 werd de bezettingsstatus van de BRD opgeheven en de Geallieerde Hoge Commissie werd ontbonden. Besloten werd de administratie en directie onder te brengen bij het Internationale Rode Kruis voor de periode van vijf jaar. Daartoe werd in 1955 tussen tien landen, waaronder Nederland, een verdrag gesloten waarmee een Internationale Commissie voor de International Tracing Service werd ingesteld. Met een ander verdrag werd de verantwoordelijkheid van het Internationale Rode Kruis voor de administratie en de directie van de ITS geregeld. De Internationale Commissie houdt toezicht op de ITS en is belast met de coördinatie tussen de landen die vertegenwoordigd zijn in de commissie en het opstellen van richtlijnen in samenwerking met het Internationale Rode Kruis betreffende de werking van de ITS. De leden zijn in de Internationale Commissie vertegenwoordigd door één afgevaardigde. In 1960 werd besloten om de overeenkomsten betreffende de ITS te verlengen met nog eens vijf jaar. In 1973 werd tenslotte besloten tot het verlengen van de overeenkomsten voor onbepaalde tijd.
Naast de tien landen die de Internationale Commissie hebben ingesteld werd ook Polen (2000) lid van de commissie.
In de Bonn Akkoorden van 1955 verplichtte de BRD zich tot het waarborgen van het voortbestaan van de ITS door de volledige financiering van de ITS. In 1990 werd deze toezegging na de Duitse hereniging nogmaals bekrachtigd in het 'Deutschlandvertrag'.
De Internationale Commissie (toezichthouder op ITS) bestaat uit de volgende landen:
België
Duitsland
Frankrijk
Griekenland
Groot-Brittannië
Israël
Italië
Luxemburg
Nederland
Polen
Verenigde Staten
Positie binnen de organisatie
De ITS ressorteerde van 1947 tot april 1951 onder de International Refugee Organization. Vanaf 1951 kwam de ITS te vallen onder de Geallieerde Hoge Commissie voor Duitsland tot de opheffing van deze commissie in 1955. Vanaf 1955 tot heden is het Internationale Rode Kruis verantwoordelijk voor de administratie en directie van de ITS onder toezicht van de Internationale Commissie.
Doelstelling
De ITS is opgericht met als doel het opsporen van vermiste personen en het verzamelen, classificeren, bewaren en het toegankelijk maken voor regeringen en geïnteresseerde individuen van documenten over Duitsers en niet-Duitsers die geïnterneerd waren in Nationaal-socialistische concentratie- of werkkampen of over niet-Duitsers die waren ontheemd als een gevolg van de Tweede Wereldoorlog.
Sinds de openingstelling van de collectie op 28 november 2007 behoort ook historisch onderzoek tot de taken van de ITS.
Taken
Taken van de ITS
Opsporen van vermiste personen
Verzamelen van (kopieën van) documenten, bovenal documenten die namen bevatten
Classificeren van de documenten en het maken van indices (bv Central Index of Names) en lijsten
Conserveren van de collectie
Toegankelijk maken van het materiaal en beschikbaar stellen van de gegevens aan overheden en individuen, bv door het verstrekken van bewijsmateriaal over de vervolging tijdens de bezetting en de registratie direct na afloop van de Tweede Wereldoorlog
Openstellen van de collectie voor historisch onderzoek
Holborn, L.W., International Refugee Organization. A Specialized Agency of the United Nations. Its history and work 1946-1952 (Londen, New York, Toronto 1956).
Biedermann, C-C., More than 10.5 million...(Bad Arolsen 2003).
Elke lid van de International Commissie heeft recht op een digitale kopie van de volledige collectie van de ITS. Het Yad Vashem memorial in Jeruzalem, het US Holocaust Memorial Museum in Washington, Polen en Luxemburg beschikken (deels) reeds over een kopie. In Nederland wordt overleg gevoerd over de beste manier om toegang te verkrijgen tot de collectie van de ITS.
Toegang
Inventaris
Toegang gedigitaliseerd
Anders
Toelichting
Er zijn verschillende plaatsingslijsten op de collectie. Daarnaast kan via de website op trefwoord gezocht worden in de collectie van de ITS. De zoekresultaten leveren alleen een globaal overzicht van het aanwezige materiaal op. Er kan niet gezocht worden op naam.
Er zijn vier toegangen op het gedigitaliseerde deel van de collectie, die een globaal beeld geven van het aanwezige materiaal.
Op den duur zullen de bestaande plaatsingslijsten vervangen worden door inventarissen/onderzoeksgidsen
Indices op toegang
Central Index of Names. Deze index bevat de namen van meer dan 17,5 miljoen personen die in de documenten van de ITS voorkomen en van personen waarnaar door de ITS een onderzoek is ingesteld. Elke naam van een oorlogsgetroffene die op een document voorkomt, wordt geregistreerd in deze alfabetische-fonografische cartotheek. Voor toegang tot de collectie van de ITS, is de Centrale Namenindex onmisbaar.
Het is niet mogelijk om in de bestanden op nationaliteit te zoeken, waardoor het niet mogelijk is om een selectie van alle gegevens over Nederlanders te maken. Verder brengt de aard van de bestanden met zich mee, dat er geen selectie kan worden gemaakt die gegevens oplevert over een bepaalde periode.
Omvang
Bijna 26 km aan documenten, waaronder drie miljoen correspondentiedossiers
Archiefordening
Alfabetisch
Chronologisch
Numeriek
Thematisch
Toelichting
De collectie is zo geordend dat het opsporingswerk zo efficiënt mogelijk uitgevoerd kon en kan worden. Er is niet vastgehouden aan het bestemmingsbeginsel. De archieven zijn onderverdeeld in drie groepen: Detentiedocumentatie; documenten betreffende dwangarbeid, na-oorlogse documentatie.
Informatiedrager
foto
microfilm
microfiche
papier
Andere informatiedrager
Er is 232.710 meter aan microfilm en er zijn 106.870 microfiches. Op het ogenblik is ongeveer 70% van de collectie gedigitaliseerd. Verwacht wordt dat eind 2011 alle archieven van de ITS zijn gedigitaliseerd en dat deze dan ook digitaal toegankelijk zijn. Vanaf dat moment is toegang tot de originele stukken alleen in uitzonderlijke gevallen nog mogelijk.
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Oorlogsgetroffenen of hun naaste familie kunnen een verzoek om informatie indienen bij de ITS. Er wordt alleen informatie over oorlogsgetroffenen aan derden gegeven, indien de aanvrager schriftelijk toestemming heeft gehad van de persoon waar hij of zij gegevens over wilt inzien.
Daarnaast is het archief, onder voorwaarden, open voor historisch onderzoek.
Verloren geraakt
Veel documenten uit de oorlog zijn vernietigd vóór de bevrijding of vóór de evacuatie van de kampen of zijn verloren gegaan door oorlogshandelingen (bombardementen). Het is daardoor mogelijk dat niet over elke oorlogsgetroffene gegevens zijn terug te vinden in de collectie van de ITS.
Selectie en vernietiging
Geen nadere informatie over bekend
Analytische beschrijving van het archief
De collectie van de ITS bestaat uit:
Detentie documenten van en over concentratie- en doorgangskampen, gevangenissen, getto's en van de Gestapo. Van geen enkel concentratiekamp is het volledige materiaal bewaard gebleven, vaak omdat de Duitsers tegen het einde van de oorlog veel kampdocumenten hebben vernietigd. Van slechts twee kampen, Dachau en Buchenwald, bezit de ITS de registratie van alle namen. De hoeveelheid documenten die de ITS bezit, verschilt per kamp. Hoe oostelijker het concentratiekamp was gelegen in Europa, hoe minder materiaal er bij de ITS terecht is gekomen. Beschikbaar bij de ITS zijn verschillende soorten documenten, waaronder:
Documenten over individuen:
Persoonskaarten en strafbladen van gevangenen.
Kaarten met eigendommen.
Ziekenhuisopnamekaarten.
Kaarten met werkopdrachten.
Postcontrolekaarten.
Loonadministratiekaarten.
Administratiekaarten.
Overlijdenscertificaten.
Index van gevangenissen.
Vragenlijsten betreffende concentratiekampgevangenen van de militaire regering van Duitsland.
Lijstmateriaal
Aankomstlijsten
Rapporten betreffende veranderingen in de hoeveelheid gevangenen.
Transportlijsten.
Lijsten van onderzoeken door de kampdokter.
Premielijsten.
Bloktransfers.
Lijsten van ziekenhuisopnamen van gevangenen.
De ITS beschikt niet over materiaal betreffende:
Mensen die tijdens hun arrestatie zijn overleden.
Oorlogsgetroffenen van massaexecuties door task forces.
Oorlogsgetroffenen van selecties in de kampen Auschwitz en Lublin-Majdanek.
Personen gedetineerd in de kampen Belzec, Chelmo (Kulmhof), Maly Trostinec, Riga-Jungfernhof, Sobibor en Treblinka.
Personen die zijn overleden tijdens de Dodenmarsen.
Documenten over dwangarbeiders die naar Duitsland zijn gebracht om te werken, waaronder lijsten van bedrijven, verzekeringsmaatschappijen, ziekenhuizen, overleden personen en graven. Daarnaast huwelijks-, overlijdens- en geboorteakten en verder werkboeken en -kaarten, verzekeringskaarten en administraties van bedrijven. Ook deze collectie is niet compleet, omdat een groot deel verloren is gegaan.
Na-oorlogse documenten, waaronder DP(displaced persons)-kaarten, emigratie- en transportlijsten, registratie- en repatriëringslijsten, UNHCR-documenten, medische dossiers van displaced persons en C/M1-documenten (care and maintenance files) en ICEM-documenten (Intergovernmental Committee for European Migration). De collectie documenten met persoonsgegevens is onderverdeeld naar soort of categorie van vervolging.
Algemene documenten. Deze documenten zijn op onderwerp geordend en bevatten doorgaans geen informatie over personen. Onder deze groep documenten vallen onder andere de correspondentie van de SS organisaties, gevangenissen en concentratiekampen, getuigeverklaringen, 'Lebensborn' dossiers en kaarten van kampen en dodenmarsen.
Centrale Namenindex.
Correspondentie (T/D cases) met overheidsorganisaties en particulieren.
Archieven betreffende de opsporing van kinderen die nog niet de leeftijd van 18 jaar hadden bereikt bij het einde van de oorlog. De archieven bevatten geboortebewijzen, opsporingsdossiers en diverse lijsten.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
De collectie van de ITS is een verzameling documenten die bestaat uit archieven uit de oorlog van nationaal-socialistische organisaties, gemeenten, bedrijven etc.; archieven die na de oorlog zijn ontstaan bij de hulpverlening aan displaced persons; en archief dat door de ITS zelf is gevormd tijdens zijn werkzaamheden. Een deel van de collectie bestaat uit kopieën van bestanden van andere (opsporings-)organisaties, zoals van het Nederlandse Rode Kruis. De ITS bevat bijvoorbeeld een kopie van de cartotheek van de Joodsche Raad. Het origineel wordt door de afdeling Oorlogsnazorg van het Nederlandse Rode Kruis beheerd.