| ||||||||||||
|
Generalkommissariat für Finanz und WirtschaftNaamsvariant
Commissaris-generaal voor Financiën en Economische Zaken
Naamsafkorting
FiWi
Oprichtingsdatum
5 juni 1940
Opheffingsdatum
1945
Oprichters
Rijkscommissaris Seyss-Inquart Aanleiding voor oprichting
Tijdens de Duitse bezetting werd Nederland onder een burgerlijk (Duits) bestuur geplaatst met aan het hoofd Reichskommissar dr. A. Seyss-Inquart. Deze benoemde op 5 juni 1940 vier Generalkommissare, waaronder een Generalkommissar für Finanz und Wirtschaft. Dit was Hans Fischböck. Inrichting van de organisatie
Het Generalkommissariat bestond uit verschillende hoofdafdelingen die op hun beurt weer in afdelingen waren onderverdeeld.
Voor onderzoek naar joodse tegoeden en vijandelijk vermogen zijn met name de volgende archiefvormers binnen het Generalkommissariat van belang:
Oorspronkelijk was sprake van het Generalreferat Wirtschaft, maar in december 1942 werd de naam veranderd in Hauptabteilung Wirtschaft. De leiding was achtereenvolgens in handen van:
De organisatie van de Hauptabteilung heeft veel wijzigingen ondergaan, zowel qua structuur als qua naamgeving. Daarnaast wisselden de medewerkers regelmatig van taak of traden als elkaars plaatvervanger op. Mede vanwege de onvolledigheid van het archiefmateriaal is de organisatie hoogstens bij benadering te schetsen. In grote lijnen zijn vier onderdelen te onderscheiden:
Positie binnen de organisatie
Het Rijkscommissariaat was bedoeld als een toezichthoudend bestuur op het Nederlandse ambtelijke apparaat. Alle bevoegdheden die voordien aan regering en parlement toekwamen, vielen nu onder de Rijkscommissaris, met uitzondering van de militaire bevoegdheden. Het Nederlandse ambtelijke apparaat, zoals de departementen van bestuur, met aan het hoofd de secretarissen-generaal, werd zo veel mogelijk intact gelaten. Seyss-Inquart werd bijgestaan door vier commissarissen-generaal, waaronder dus de commissaris-generaal voor Financiën en Economische Zaken, die rechtstreeks contacten onderhielden met de desbetreffende departementen. Bevoegdheden
Onder de bevoegdheid van het Generalkommissariat für Finanz und Wirtschaft vielen alle aangelegenheden van de departementen van Financiën, Economische Zaken, Waterstaat, Sociale Zaken (behalve volksgezondheid en culturele en sociale jeugdzorg) en van de Nederlandse Posterijen. De organisatie van Fischböck besliste over vraagstukken betreffende het beheer van douane en belastingen, van de Rijksschat en de staatshuishouding, de staatsschuld, alsmede van de staatscirculatiebank. Met zijn vele hoofdafdelingen, afdelingen en referaten "controleerde" en "geleidde" Fischböck het Nederlandse bedrijfsleven, de industrie, de landbouw en aangelegenheden over verkeer en post en telegrafie. Taken
Het Generalkommissariat für Finanz und Wirtschaft had als taak de Nederlandse economie dienstbaar te maken aan de Duitse oorlogsindustrie. Hieronder staan de taken van de hoofdafdeling en afdelingen beschreven die zich bezighielden met joodse ondernemingen en vijandelijk en joods vermogen. Onder vijandelijk vermogen werd verstaan: alle vormen van bezit toebehorend aan vijanden van Duitsland, bv. Britten, en aan Nederlanders die zich op de dag van de Duitse inval op 10 mei 1940 op vijandelijk gebied bevonden (Aalders, Roof, blz 130-131). Haubtabteilung Wirtschaft De Hauptabteilung Wirtschaft behandelde alle politiek-economische aangelegenheden zoals de organisatie van het bedrijfsleven, in- en uitvoer, deviezenpolitiek, arisering van bedrijven en vijandelijk vermogen. Tevens verzorgde het de contacten met het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart. Abteilung Feindvermögen Hoofdtaak van de Abteilung Feindvermögen was de uitvoering van de op 24 juni 1940 uitgevaardigde verordening VO 26/1940 inzake de behandeling van vijandelijk vermogen. In de eerste maanden van de bezetting kon een klein bureau onder leiding van Referent dr. Kattenstroth de maatregelen over de behandeling van vijandelijk vermogen nog ontwerpen. In de herfst van 1940 werd het Arbeitsgebiet Feindvermögen meer zelfstandig en kwam Kammergerichtsrat dr. Schröder aan het hoofd. Per 1 november 1941 werd de Abteilung Feindvermögen gecreëerd. Vanwege de omvang van het werkterrein - honderden ondernemingen en duizenden banksaldi met vijandelijk kapitaal - beperkte de Abteilung Feindvermögen zich tot het vaststellen van de algemene beleidslijnen. Het daadwerkelijk beheer over ondernemingen met vijandelijk kapitaal droeg de Abteilung Feindvermögen op aan zogeheten Verwalter. Alleen banken vielen hierbuiten, die werden beheerd door het Büro Malletke en later het Büro Wörner. Verschillende categorieën vijandelijk vermogen kwamen onder beheer van zogenoemde Sammelverwalter. Zo werden vijandelijke banksaldi, effecten, vorderingen, safeloketten en depots van goud en deviezen beheerd door de Deutsche Revisions- und Treuhand A.G.; vijandelijke goederendepots door de Geschäftsstelle für feindliche Warenlager en huisraad door de Sammelverwaltung feindlicher Hausgeräte. Ook bestonden Sammelverwalter voor kunstvoorwerpen en onroerende goederen. Als opvolgster van het Devisenreferat werd de Abteilung Feindvermögen in het voorjaar van 1942 belast met het toezicht op de liquidatie van joodse vermogens. Wirtschaftsprüfstelle De Wirstchaftsprüfstelle (Bureau voor Economisch Onderzoek) was verantwoordelijk voor de arisering van het Nederlandse bedrijfsleven. De instelling registreerde alle door joden beheerde ondernemingen. De volgende stap was bij dergelijke ondernemingen beheerders (Treuhänder) aan te stellen. Deze beheerders namen alle rechten van eigenaren en bestuurders over en konden in overleg met de Wirtschaftprüfstelle zelf tot verkoop of liquidatie overgaan van de onderneming die onder hun beheer stond. Vier referate ressorteerden onder de Wirtschaftsprüfstelle: Planungsreferat, Treuhandreferat, Rechtsreferat (na zomer 1942 Ariserungsreferat genaamd) en Liquidationsreferat. Het Planungsreferat ontwierp de te nemen maatregelen en stelde bedrijfstakgewijs Planungslisten op, die als basis dienden voor de beslissing wat er met joodse bedrijven van een bepaalde bedrijfstak dienden te geschieden. Vervolgens zorgden de Ariserungs- en Liquidationsreferate er voor dat deze maatregelen werden uitgevoerd. Het Treuhandreferat hield toezicht op de aangestelde Treuhänder en verstrekte hen richtlijnen. Het Planungsreferat werd in de loop van 1943 opgeheven en in 1944 werden de Arisierungs- en Treuhandreferate samengevoegd. Omdat de afwikkeling van de liquidaties te wensen overliet, werd in het voorjaar van 1942 de leiding van de Wirtschaftsprüfstelle overgenomen door Kammergerichtsrat Dr. H. Schröder die naast de Abteilung Feindvermogen ook de leiding kreeg over de Wirtschaftprüfstelle. In januari 1943 verhuisde de Wirtschaftsprüfstelle, net als het hoofdkantoor van Omnia voor Nederland, naar Arnhem. De onteigening en liquidatie van joodse bedrijven was toen in het eindstadium van de administratieve afwikkeling gekomen. Op 17 september 1944 moest men uit Arnhem evacueren. In oktober werd een klein afwikkelingsbureau van de Wirtschaftsprüfstelle geopend in Almelo dat tot eind maart 1945 functioneerde. In deze laatste fase ressorteerde de Wirtschaftsprüfstelle onder de Hauptabteilung Finanzen.
Devisenreferat Het Devisenreferat ressorteerde aanvankelijk onder de Beauftragte für die Niederländische Bank. Na het vertrek van Staatsrat Wohltat werd het ondergebracht in het Generalreferat. De positie van de Referent was tamelijk ondergeschikt, hij behandelde de dagelijkse kwesties met het Deviezeninstituut, bewerkte en controleerde de ontwerpen voor nieuwe deviezenvoorschriften, maar werkte niet op beleidsniveau. Thema's
Doelgroep
Verzetsdeelnemers Nederland
Vervolgingsslachtoffers Nederland
Burger-oorlogsgetroffenen Nederland
Verwijzing naar andere archiefvormers
Literatuur
Opmerkingen
Verdieping
Archief van de Generalkommissariat für Finanz und Wirtschaft: Abteilung Feindvermögen en WirtschaftsprüfstelleBeginjaar
1944
Eindjaar
1945
Vindplaats
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam Toegang
Inventaris Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
039 De inventaris is in 2004 vervaardigd door de Centrale Archiefselectiedienst. De inleiding is in 2003 geschreven door R.C.C. Pottkamp. Omvang
62,5 meter (totale omvang van het archief van het Generalkommissariat) Aantal inventarisnummers
2613 inventarisnummers (gehele archief van het Generalkommissariat)
Archiefordening
Thematisch Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD. Verloren geraakt
Slechts een klein gedeelte van het archief van de Wirtschaftsprüfstelle is bewaard gebleven. Via het Nederlandse Beheersinstituut, instanties voor de Bijzondere Rechtspleging en de Schade Enquête Commissies zijn deze stukken druppelsgewijs en incompleet bij het RIOD binnengekomen. Een deel van de stukken is als bewijsmateriaal toegevoegd aan de dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging dat zich in het Nationaal Archief bevindt. Van het oorspronkelijke archief van de Abteilung Feindvermögen is ongeveer 15% bewaard gebleven. Selectie en vernietiging
Aangezien het archief ten tijde van de Duitse bezetting in Nederland in de periode 1940-1945 werd gevormd, geldt dit bestand volgens de door het Nationaal Archief opgestelde normen als oorlogsgerelateerd. Dat is ook de reden dat er tijdens de bewerking niets uit de archieven voor vernietiging is aangewezen. Tijdens de bewerking werd tussentijds een gering aantal archiefbescheiden, die in het kader van archievenruil van 2001 door het Bundesarchiv te Koblenz werden teruggegeven, aan het archief toegevoegd. Analytische beschrijving van het archief
1. Haubtabteilung Wirtschaft -Abteilung Feindvermögen
2. Haubtabteilung Wirtschaft - Wirtschaftsprüfstelle
Archief van de Generalkommissariat für Finanz und Wirtschaft: Abteilung FeindvermögenBeginjaar
1940
Eindjaar
1945
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag Toegang
Inventaris met nadere toegangen Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
2.08.68 Omvang: 267 pagina's. De inventaris bevat een korte archivistische inleiding (blz. 5-10). Indices op toegang
Een index op naam van personen en instellingen Omvang
77,3 meter Aantal inventarisnummers
2339 inventarisnummers
Archiefordening
Numeriek Toelichting
De beschrijvingen van de bestaande inventaris zijn overgenomen en alfanumeriek geordend op Aktenzeichen. Het Aktenzeichen is een combinatie van een letter en een nummer, bijvoorbeeld ‘A 11’. Binnen de ‘lettergroep’ is het nummer bepalend voor de volgorde van de beschrijvingen, niet de naam van de betrokken persoon of organisatie. Wanneer dus een naam gezocht wordt, zal binnen de ‘lettergroep’ de beschrijving gezocht moeten worden tot het gezochte dossier gevonden is. Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het archief van de Abteilung Feindvermögen van het Reichskommissariat für die besetzten niederländischen Gebieten (1940-1945) mag tot 1 januari 2020 alleen worden geraadpleegd na voorafgaande schriftelijke toestemming van de directeur van het Nationaal Archief. Voor publicatie van gegevens uit deze bescheiden is eveneens voorafgaande schriftelijke toestemming van de directeur van het Nationaal Archief vereist. Een beslissing, houdende weigering tot het verlenen van toestemming, wordt met redenen omkleed. Analytische beschrijving van het archief
Het archief bestaat uit dossiers met gegevens over personen en instellingen wier vermogen door de Duitse bezettingmacht als vijandelijk vermogen onder beheer was gesteld van de Deutsche Revisions- und Treuhand AG. Zweigstelle Den Haag. Een dossier bevat naast gegevens over de benoeming en het ontslag van de Verwalter of Treuhänder, ook gegevens over de aard en omvang van het beheerde vermogen. Veelal bevindt zich een accountantsrapport in het dossier. Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Er bevindt zich in dit archief een klein deel van het archief van de Deutsche Revisions- und Treuhand AG , bestaande uit een serie dossiers van door de DRT beheerde organisaties en een aantal stukken over de afwikkeling van de DRT (1944-1950). Collectie dossiers afkomstig uit de archieven van de Omnia-Treuhandgesellschaft m.b.H., de Deutsche Revisions- und Treuhand A.G. (Zweigniederlassung Den Haag) en de WirtschaftsprüfstelleBeginjaar
1941
Eindjaar
1945
Vindplaats
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Den Haag Toegang
Eenvoudige toegang Toelichting
Plaatsingslijst met nadere toegang Kenmerk toegang
Toegangsnummer 94f De inventaris werd in 1998 vervaardigd door J.M.L. van Bockxmeer. Indices op toegang
De naar schatting 8.000 à 9.000 dossiers staan op nummer gerangschikt. Zij zijn toegankelijk gemaakt met behulp van een kaartsysteem. Ordening en toegang zijn het resultaat van de werkzaamheden van de Schade Enquête Commissies (SEC) die na de oorlog onder andere belast waren met het in behandeling nemen van schade ontstaan door het in beheer nemen van bedrijven. Er zijn twee kaartsystemen aangelegd die als toegang op de collectie dossiers gebruikt werden en worden. Het ene kaartsysteem geeft toegang op dossiers van bedrijven in Den Haag en omgeving (2 laden), het andere verwijst naar dossiers van bedrijven in het hele land (8 laden). Op de kaarten staan meestal enkele gegevens over het bedrijf zoals naam, adres, naam van de eigenaar en er zijn gegevens op te vinden die in verband staan met het ariseren of liquideren van het bedrijf. Zo zijn er op de kaarten nummers te vinden die de DRT, Omnia, de Wirtschaftsprüfstelle en andere organisaties tijdens de behandeling van een zaak gebruikt hebben. Deze nummers kunnen niet gebruikt worden voor het opvragen van een dossier, zij zijn ook geen aanwijzing dat er een dossier aanwezig is. In het kaartsysteem zijn veel meer kaarten op naam van bedrijven aanwezig dan er dossiers zijn. Als er een groot blauw-paars nummer op een kaart gestempeld is, verwijst dit in principe naar een dossier op naam van het bedrijf of naar een map waarin kleine dossiers op naam van verschillende bedrijven verzameld zijn. Zo'n nummer werd door medewerkers van de SEC op de kaart en het bijbehorende dossier gestempeld. De nummering loopt op van 1 tot en met 6798. In een aantal gevallen staat er op de kaartjes wel een gestempeld nummer, maar is er geen dossier aanwezig. De kaartsystemen kunnen door bezoekers van de studiezaal op microfilm geraadpleegd worden. De nummers van de films, die kunnen worden opgevraagd aan de balie van de studiezaal, zijn 133 t/m 139. Staat er op een kaart een gestempeld nummer, dan kan met behulp daarvan het bijbehorende dossier worden opgevraagd. Omvang
67 meter; 536 dozen Aantal inventarisnummers
8000 à 9000 dossiers
Archiefordening
Numeriek Informatiedrager
microfilm papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Analytische beschrijving van het archief
Het gaat hier om een verzameling dossiers die van de Omnia, de Deutsche Revisions- und Treuhand A.G. (Zweigniederlassung Den Haag) en de Wirtschaftsprüfstelle afkomstig zijn en door de Schade Enquete Commissie na de oorlog als verzameling zijn geordend. Het is ook mogelijk, dat zich dossiers van andere organisaties in het bestand bevinden. Het is niet altijd met zekerheid vast te stellen of een dossier afkomstig is uit de oorspronkelijke archieven van de DRT, de Wirtschaftsprüfstelle of Omnia. Zo kan een DRT-dossier betrekking hebben op een zaak die door deze organisatie werd afgehandeld, maar het is ook mogelijk dat het om stukken gaat die aan de DRT zijn toegezonden, bv. door Omnia, vanwege de toezichthoudende functie van de DRT. De dossiers zijn niet stuk voor stuk op hun inhoud geïnventariseerd. Met behulp van een steekproef is vastgesteld welke documenten over het algemeen aangetroffen kunnen worden. In willekeurige volgorde zijn dat:
|
|||||||||||
|