REPATRIËRING

OPSPORING VERMISTEN

INFORMATIEVERSTREKKING OVER PERSONEN

SOCIALE ZORG

RECHTSHERSTEL

WETGEVING

VERIFICATIEONDERZOEK

BELANGENBEHARTIGING EN ZELFORGANISATIE

Enquêteformulier van de Schade Enquête Commissie betreffende huisraad

De Schade Enquête Commissie te Rotterdam

Spaarboekje huisraadschade van de Nederlandsche Middenstandsbank

Schade Enquête Commissies

SEC; S.E.C.

1940

1960

toon alle informatie

verberg extra informatie

Na de oorlog zijn de tijdens de bezettingstijd opgerichte SEC gehandhaafd. Wel zijn een aantal SEC opgeheven. In de jaren '50 zijn de nog bestaande SEC opgeheven of samengevoegd. De laatste SEC werd opgeheven in 1960. Deze was gevestigd te Rotterdam. Het Cadsu maakte tot 1966 nog gebruik van de dossiers van de SEC i.v.m. de meubelclaims (Jokos-claims).

De minister van Financiën

In 1940 werd de verordening 221/1940 betreffende de vergoeding van materiële oorlogsschade uitgevaardigd. De Schade Enquête Commissies werden tegelijkertijd ingesteld voor de uitvoering van deze verordening.

Rijksdienst Landbouwherstel

De Schade Enquête Commissies waren samengesteld uit een voorzitter, een lid-secretaris en één of meer leden. Als secretarissen van de SEC fungeerden belastinginspecteurs. Zij waren tevens directeur van het bureau van de Schade Enquête Commissie.

De inrichting van de organisatie bij de SEC Amsterdam:

Huisraadschade

Afdeling Completering: aanvullen van dossiers (LVVS-lijsten in dossiers doen, schadeadressen controleren, aanleggen van een stratencarthotheekkaartje)
Afdeling Beoordeling: Beoordelen naar welke volgende afdeling de dossiers moesten worden gezonden.
Afdeling Afwijzingen
Afdeling Herziening
Afdeling Enquête: de taak van deze afdeling bestond in hoofdzaak uit her-enquête van de door de afdeling Beoordeling toegezonden dossiers
Afdeling Blansjaar: Berekende de aanvullende bijdrage van die gevallen die samenliepen met Eigen Verzet Schade.
Afdeling Vaststelling en Eindcontrole
Afdeling Afwikkeling

De Schade Enquête Commissies ressorteerden onder het ministerie van Financiën. Na 1945 werd het overkoepelend orgaan van de Schade Enquête Commissies het Commissariaat voor Oorlogsschade. De voorzitter en leden van de SEC werden door de minister van Financiën benoemd, geschorst en ontslagen.

De Schade Enquête Commissies zullen adviseren omtrent de redelijke vergoeding, welke terzake van door de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw aangezegde onteigening verschuldigd is.

Taak:

Een Schade Enquête Commissie was belast met de registratie, het onderzoek en de taxatie van oorlogsschade, welke in haar ambtsgebied was ontstaan en met zodanige verrichtingen, als door de minister van Financiën en door het Commissariaat voor Oorlogsschade werden opgedragen.

Procedure:

Na aanmelding bij een Schade Enquête Commissie ontvingen de gedupeerden de benodigde aangifteformulieren. Dit waren de enquêteformulieren A, B, C, D, E, welke respectievelijk waren bestemd voor aangifte van schade aan onroerend goed, bedrijfs- en beroepsuitrusting, handels- en bedrijfsvoorraden, huisraad en vaartuigen. Zodra deze formulieren waren ingeleverd, werden ze onder een enquêtenummer geregistreerd, ten bewijze waarvan de gedupeerden een met het enquêtenummer voorziene schadekaart kregen toegezonden. Deze schadekaarten waren voor de gedupeerden, behalve tegenover de Schade Enquête Commissies, ook van waarde voor het verkrijgen van vergunningen van de met de toewijzing van goederen belaste overheidsorganen (Distributiedienst, Rijksbureaus).

Na de registratie begon men met het eigenlijke onderzoek en de taxatie. De SEC wikkelden niet alle door haar geregistreerde schadegevallen zelf af. Voor zover de schade was toegebracht aan vaartuigen en onroerend goed met de daarbij behorende erven en tuinen, vond het onderzoek en de taxatie plaats door het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting. De overige bij de SEC geregistreerde schaden werden door haar zelf onderzocht en getaxeerd.

Schade Enquête Commissies stelden schaderapporten op door ter plaatste de schade op te nemen. Ze waren verbonden aan de Belastingdienst en maakten gebruik van diens infrastructuur in het land. Bij het opstellen van de schaderapporten werden gegevens betreffende bezit en waarde van grond en opstallen uit het kadaster, (hypotheek)registers, leggers e.d. van met name de grond- en personele belastinggebruikt.

Het betrof de volgende schaden:

Aan onroerende goederen, inclusief veldgewassen en bossen: A-schaden. Deze schaden werden als onteigeningsvergoedingen ingeschreven in het Grootboek Wederopbouw. Latere vergoedingen krachtens het Besluit op de Materiële Oorlogsschaden werden daarbij verrekend.
Bedrijfsuitrusting en roerende zaken voor beroepsuitoefening: B-schaden.
Bedrijfs- en handelsvoorraden: C-schaden.
Aan huisraad met inbegrip van lijfgoederen en verbruiksvoorraden: aangeduid als D-schaden.
Nederlandse Schepen: E-schaden.

Volgend op de aangifte, werd door een enquêteur van de SEC een onderzoek ingesteld en een bezoek gebracht aan de aangever. Hierbij werden personalia genoteerd, waaronder gezinssamenstelling en moesten bewijsstukken overlegd worden van goederen waarvoor men schadevergoeding claimde. Het opgestelde rapport werd aan de SEC gezonden. Op basis van deze rapporten werd berekend welke vergoedingen uitgekeerd zouden worden aan de indiener van een schadeclaim. Er werd uitgegaan van de waarde per 9 mei 1940. De bijdrage werd verrekend met andere verstrekkingen en voorschotten.

Rechtsherstel

Verzetsdeelnemers Nederland

Verzetsdeelnemers Nederland algemeen

Vervolgingsslachtoffers Nederland

Burger-oorlogsgetroffenen Nederland

Burger-oorlogsgetroffenen Nederland algemeen

De Schade Enquête Commissies werden ingedeeld naar rayon, bestaande uit een grotere gemeente met daaromheen liggende kleinere gemeenten.

Groningen: Groningen en Drenthe
Leeuwarden: Friesland
Almelo: Overijssel
Arnhem: Gelderland
Wageningen: overige gemeentes Gelderland
Amersfoort: Utrecht
Amsterdam: Noord-Holland
Den Haag: Zuid-Holland
Rotterdam: overige gemeentes Zuid-Holland
Middelburg: Zeeland
Breda: Noord-Brabant
Den Bosch: overige gemeenten Noord-Brabant
Roermond: Limburg

Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
Wiarda, N.H., Wet op de materiële oorlogsschaden (Alphen a.d. Rijn 1950).

Archief van de Schade Enquête Commissies

toon alle informatie

Archief van de Schade Enquête Commissie Amsterdam

toon alle informatie

Archief van de Schade Enquête Commissie Rotterdam

toon alle informatie

1944

1945

Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam

www.niod.nl

Een deel van het archief van de Schade Enquête Commissie Rotterdam is terechtgekomen in het archief van de Razzia van Rotterdam, het onderzoeksarchief van B.A. Sijes. Het deel dat in het archief de SEC betreft heeft alleen betrekking op de schade veroorzaakt door de wegvoering naar Duitsland.

Inventaris

Toegang gedigitaliseerd

258

De inventaris is in augustus 1997 vervaardigd door J.L. van der Pauw. De inleiding bevat geen informatie over de Schade Enquête Commissie.

12,5 cm

5 inventarisnummers (41a-41e)

Thematisch

papier

volledige openbaarheid

Het archief is voor een groot deel openbaar. Alleen het inventarisnummer 44k is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD. Het deel m.b.t. de Schade Enquête Commissie is openbaar.

Het archief bevat formulieren van de Schade Enquete Commissie Rotterdam betreffende schade geleden in Duitsland tengevolge van razzia's in november 1944. Dit bestaat uit 103 sets met schadeformulieren met 14574 inschrijvingen. (volgnummer, registratienummer, geboortedatum, beroep, weekinkomen, datum van vordering in nov. '44, uiteindelijke bestemming, bemerkingen). De informatie is niet direct tot personen herleidbaar. Daarnaast zijn er diverse stukken betreffende de invloed van de razzia op het personeel van de SEC.

verantwoording

colofon