De uitvoering van het rechtsherstel door de Nederlandse overheid

Na de Tweede Wereldoorlog nam de Nederlandse overheid initiatieven tot herstel van eigendomsrechten van particulieren en bedrijven die tijdens de Duitse bezetting van eigendommen waren beroofd of schade hadden geleden aan hun bezittingen. Ten behoeve van dit rechtsherstel werden nieuwe organisaties in het leven geroepen zoals het Nederlands Beheersinstituut, de Raad voor het Rechtsherstel, de Stichting Nederlands Kunstbezit en het Centraal Afwikkelingsbureau Duitse Schadeuitkeringen (CADSU). Zij voerden specifieke taken uit op het terrein van het rechtsherstel. Ook binnen bestaande organisatiestructuren zoals Nederlandse ambassades, consulaten en gezantschappen in het buitenland en bij ministeries in Den Haag werden ten behoeve van het rechtsherstel werkzaamheden verricht. Enkele taken van deze ministeries en de onderlinge relaties met andere instanties worden hier nader belicht.

Verwoestingen in Rotterdam

Binnen de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën zijn door de Directie Bewindvoering en de Directie Financieringen en Coördinatie Oorlogsschade (Finco) beleidstaken uitgevoerd die betrekking hadden op de afwikkeling van oorlogsschaderegelingen, Duitse herstelbetalingen en rechtsherstelkwesties die een samenhang hadden met de uitvoering van het Besluit Rechtsherstel (E 100). Tussen de Directie Financieringen en andere uitvoerende instanties als de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten (CRBE) en het Bureau Herstelbetalings- en Recuperatiegoederen (HERGO) bestonden nauwe relaties. De directeur Bewindvoering was voorzitter van de CRBE en Bureau Hergo viel onder de verantwoordelijkheid van de (voorloper van de) Directie Bewindvoering van het ministerie van Financiën.

Het Agentschap van het ministerie van Financiën was na 1945 nauw betrokken bij de naoorlogse geldzuivering en het effectenrechtsherstel. Het Agentschap hield alle ingeleverde en gerecupereerde effecten en andere waardepapieren in depot. Vanaf 1960 werd het aandeel van het Agentschap in de uitvoering van het rechtsherstel steeds groter. In dat jaar werd de secretaris van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel, tevens hoofd van het Centraal Afwikkelingsbureau Duitse Schadeuitkeringen benoemd tot Agent van het Ministerie van Financiën. De Agent was van 1960 tot 1976 eveneens directeur van het Waarborgfonds Rechtsherstel en werd in 1961 benoemd tot secretaris van de Commissie Duplicaat Effecten. Van veel organisaties werden in de eindfase van hun bestaansperiode – nadat hun kernactiviteiten waren afgerond – taken en bevoegdheden overgedragen aan het Agentschap. Het Agentschap heeft zorg gedragen voor de administratie van de NV/BV Beleggings- en Garantie Maatschappij voor Duplicaten van Buitenlandse Effecten (Belga) en was tot ongeveer 1987 belast met de afwikkeling van de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten (CRBE). Nadat de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel in 1971 bij wet was opgeheven, nam het Agentschap de taken en bevoegdheden van de afdeling over, met uitzondering van die tot het geven van beslissingen over het eigendom.

De uitvoering van maatregelen tot herstel van oorlogsschade die Nederlandse binnenvaartschippers ten gevolge van de Duitse bezetting hadden geleden, viel onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Marielle Scherer

Bronnen

  • Bockxmeer, J.M.L. van, P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1988).
verantwoording
colofon