De Kring van Nederlandse Joden in Engeland. S. Roet en A. de Jong waren de initiatiefnemers.
Aanleiding voor oprichting
Op initiatief van de leider van het Centrale Registratiebureau voor Joden, S. Roet, werd in samenwerking met de Kring van Nederlandse Joden te Londen een vergadering georganiseerd. Het doel van die vergadering was de oprichting van een centraal comité dat zou moeten dienen als adviescommissie die de belangen van de alle Nederlandse joden zou gaan behartigen. Daarnaast zou het een overkoepelende instantie moeten worden voor andere joodse organisaties. Op de vergadering werd besloten een centrale adviescommissie in te stellen die voorlopig zou zetelen in Eindhoven. Deze adviescommissie kreeg als naam: Joodse Coördinatie Commissie voor het bevrijde Nederlandse Gebied.
Er werden verschillende studiecommissies ingesteld voor:
Religieuze en culturele aangelegenheden.
Organisatie van de joodse gemeenschap.
Medische en sociale aangelegenheden en repatriëring.
Belangen van minderjarigen.
Juridische aangelegenheden.
Financieel-economische aangelegenheden en rechtsherstel.
Verenigingen en stichtingen.
Er ontstonden na de bevrijding op meerdere plaatsen in Nederland Joodse Coördinatie Commissies. Op 26 juni 1945 werden de plaatselijke JCC's verenigd in de Contact-commissie der JCC's in Nederland. Deze commissie had een coördinerende rol en bepaalde de richtlijnen voor de plaatselijke JCC's. Veel joodse organisaties sloten zich aan bij de JCC.
Op 1 september 1948 vond de overdracht plaats van de Sociale Afdeling en op 1 juni 1949 van het vluchtelingenwerk aan de Stichting Joods Maatschappelijk Werk.
Doelstelling
Getracht zou worden, het joodse reconstructiewerk in de meest uitgebreide zin ter hand te nemen en te steunen.
Doelstellingen
Een centrum te vormen voor het verstrekken van inlichtingen en het verlenen van adviezen omtrent specifieke joodse aangelegenheden aan officiële instanties en personen in Nederland en elders.
Op te treden als vertrouwenspost voor buitenlandse joodse hulporganisaties.
Samen te werken met reeds gevormde en nog te vormen commissies van Nederlandse joden in het buitenland.
Een onderzoek in te stellen naar de huidige verblijfplaats van joden, die op 10 mei 1940 in Nederland woonachtig waren, b.v. ten einde verbroken familiebanden zo spoedig mogelijk te herstellen en de joodse gemeenschap weer op te bouwen. Hiertoe is het Centraal Registratie Bureau voor Joden, onder leiding van de heer S. Roet, dat sinds november 1944 bestond, opgenomen in het raam van de werkzaamheden van de commissie.
Het voorzien in het, mede door vernietigingsmaatregelen van de Duitsers, ontstane tekort aan voorwerpen voor religieus gebruik.
Het treffen van maatregelen voor hulpverlening aan Noord-Nederland, voor zover het specifiek joodse belangen betreft, zowel in natura als financieel.
Inzetten voor Duitse joden in Nederland.
Opsporen van en zorg voor opduikende kinderen.
Verzorgen van joods onderwijs.
Opvangen van de joden die naar Nederland terugkeerden uit gevangenschap.
Medische zorg.
Taken
Werkzaamheden van de JCC:
Steun in geld.
Steun in nature: zoals kleding, schoeisel, huishoudelijke artikelen, bedden en matrassen.
Juridische hulp: het geven van juridische adviezen in bijzonder m.b.t. rechtsherstel en moeilijkheden voor stateloze joden.
Hulp bij emigratie.
Repatriëring: betaling van de kosten voor de terugkeer van joden uit hun wijkplaatsen voor zover het niet door de Nederlandse overheid werd vergoed.
Kinderzorg: steunen van inrichtingen op het gebied van de kinderverzorging en het verlenen van subsidie aan de Nederlandse Vereniging tot bijstand aan Joodse minderjarigen en andere onverzorgde oorlogspleegkinderen.
Medische zorg: verlenen van steun inzake medische voorzieningen met name aan uit concentratiekampen teruggekeerden.
Opleiding en herscholing: verlenen van financiële steun aan instellingen voor vakopleidingen gericht op Palestina en in speciale gevallen verlenen van steun voor het volgen van cursussen.
Cultureel werk: verlenen van financiële steun voor het organiseren van culturele bijeenkomsten en het verlenen van financiële steun aan de Stichting "Het Joodse boek".
Economische steun: Het opzetten van een fonds, waaruit kleine zelfstandige zakenlieden, door de oorlog beroofd van hun bezittingen, leningen zouden kunnen krijgen.
Kehilloth: Het financieel steunen van het reconstructiewerk van de Kehilloth.
Informatiewerk Utrecht: Het financieel steun van de werkzaamheden van Informatiewerk Utrecht. Gedurende enige maanden werkte in Utrecht een bureau, dat zich ten doel stelde meer zekerheid te verkrijgen over het lot van bepaalde transporten, die uit Westerbork vertrokken waren en over bepaalde gedeporteerde personen. Door hulp kon met dit werk een begin worden gemaakt. Na overleg met ABC werd besloten, dat dit bureau de werkzaamheden per 1 oktober 1945 zou overnemen.
Centraal Registratiebureau voor Joden: Het Centraal Registratiebureau werd direct na de oprichting der JCC in het zuiden, onderdeel van de commissie. Het heeft gedurende het gehele jaar een steeds stijgend aantal inlichtingen kunnen geven. Eind 1945 waren 21.674 joden geregistreerd.
De Contact-commissie van de JCC heeft de Joodse Ereraad ingesteld die een oordeel moest geven over de houding en het gedrag van joodse personen tijdens de oorlog. De Joodse Ereraad heeft uitspraak gedaan over de houding van leden van de Joodse Raad. Daarnaast hebben leden van de JJC de joodse voogdijstichting Le-Ezrath Ha-Jeled opgericht.
Brasz, C., Removing the Yellow Badge. The Struggle for a Jewish Community in the Postwar Netherlands 1944-1955 (Jeruzalem 1995).
Lipschits, I., Tsedaka: Een halve eeuw Joods Maatschappelijk Werk in Nederland (Zutphen 1997).
Gecombineerd Jaarverslag van de Contactcommissie der Joodsche Coördinatie Commissies en de Locale Joodsche Coördinatie Commissies over het boekjaar 1945 (Amsterdam 1946).
Benima. T. en F.J. Hoogewoud (red.), Le-ezrath Ha-am. Het volk ter Hulpe. Het eerste Joodse blad in 1945 Eindhoven-Amsterdam (Assen/Maastricht 1985).
Er bestaat een plaatsingslijst van het archief. De bestanden worden echter niet per dossier beschreven, maar per bestand. Een nadere toegang ontbreekt voor veruit de meeste bestanden.
Op het ogenblik wordt gewerkt aan het ordenen van het archief en het toegankelijk maken middels een inventaris. Op den duur zal het archief van de afdeling Oorlogsnazorg worden overgebracht naar een archiefbewaarplaats.
Omvang
3 dozen
Archiefordening
Alfabetisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
niet openbaar
Toelichting
Het archief is niet openbaar. Inzage in het eigen persoonsdossier is wel mogelijk. Inzage in of informatie uit het dossier van een nog levend familielid, is alleen mogelijk met de schriftelijke toestemming van de betrokken persoon vanwege de privacy.
In voorkomende gevallen kan medewerking worden verleend aan wetenschappelijk onderzoek. Er dient daartoe een schriftelijk verzoek ingediend te worden gericht aan het hoofd van de afdeling. In dit verzoek moet de vraagstelling en het onderzoek beschreven worden en vermeld worden in welk kader het onderzoek wordt verricht (afstudeerscriptie, artikel, promotie, et cetera). Als de toestemming wordt verleend, zal de onderzoeker een archiefverklaring moeten tekenen om toegang te verkrijgen tot de gegevens. Het onderzoek zal worden begeleid door één van de behandelaars van de afdeling.
Verloren geraakt
Er zou meer archief van de Joodse Coördinatie Commissie moeten zijn. De verblijfplaats is echter onbekend.
Selectie en vernietiging
Geen verdere informatie over bekend
Analytische beschrijving van het archief
De archieven en cartotheken van het informatie- en registratiebureau van de Joodse Coördinatie Commissie werden in 1947 overgenomen door het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. Deze stukken waren oorspronkelijk afkomstig van het Centraal Registratiebureau voor Joden.
Aanwezig bij de afdeling Oorlogsnazorg zijn registers met namen van zich in Nederland bevindende joden samengesteld door de Joodse Coördinatie Commissie. Op de lijsten staat de naam, voornaam, geboorteplaats, geboortedatum het tegenwoordig adres en het laatst officiële adres genoteerd.
Het archief van de JCC is als gedeponeerd archief opgenomen in het archief van de Stichting Joods Maatschappelijk Werk.
Omvang
21 inventarisnummers
Archiefordening
Chronologisch
Informatiedrager
papier
Toelichting
De afspraken over de openbaarheidsbeperkingen zijn nog niet vastgesteld. Deze worden nog besproken tussen JMW en het Stadsarchief Amsterdam.
Selectie en vernietiging
Tijdens de bewerking wordt het archief ontdubbeld. In de inventaris zal een verantwoording worden opgenomen over de stukken die zijn vernietigd.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van Stichting JMW over de periode 1946-2000 is overgebracht naar het Stadsarchief Amsterdam. Momenteel wordt het archief geïnventariseerd. Naast het archiefdeel dat momenteel wordt geïnventariseerd, is in het depot van het Stadsarchief Amsterdam een aanvulling aanwezig. Deze aanvulling wordt gedeeltelijk ontsloten en opgenomen in de definitieve inventaris.
Het archief van de JCC bestaat voor een deel uit eigen publicaties van de organisatie en voor een deel uit financiële administratie. De financiële stukken - voornamelijk kasboeken - zijn afkomstig van de landelijke JCC, de lokale JCC's en van de Stichting Leningfonds der Joodse Coördinatie Commissie.