Vanaf 1945 kwam de CNCV onder beheer te staan van het Nederlands Beheersinstituut.
Oprichters
H.W. Müller Lehning werd door de Rijkscommissaris Seyss-Inquart aangesteld als commissaris voor de Niet-commerciële Verenigingen en Stichtingen.
Aanleiding voor oprichting
Op 20 september 1940 verscheen de verordening no. 145/1940 van de Rijkscommissaris "houdende bepalingen ter verkrijging van een overzicht (Erfassung) van verenigingen van personen en stichtingen zonder economisch doel". De verordening hield in dat alle niet-commerciële verenigingen en stichtingen zich dienden te melden bij de Procureur-Generaal van het ressort van de rechtbank waarin zij waren gevestigd. De organisaties waren verplicht op het aanmeldingsformulier aan te geven wat hun activa en passiva waren, evenals het aantal leden. Wanneer de organisaties zich niet vóór 12 oktober 1940 bij de bevoegde Procureur-Generaal hadden aangemeld, konden zij vervolgd worden. Mühler Lehning werd op 26 september 1940 aangesteld als Commissaris voor de Niet-commerciële Verenigingen en Stichtingen om uitvoering te geven aan deze verordening.
Inrichting van de organisatie
Het commissariaat kende een tiental afdelingen. Naast het secretariaat en de boekhouding waren er de zg. hoofdafdelingen waaronder de verenigingen en stichtingen naar soort waren verdeeld. De commissaris was Müller-Lehning. Onder hem stonden de Algemeen Gemachtigde, dr.ir. G. de Gelder, een Inspecteur in Algemene Dienst, H.A. Rozendaal, belast met het samenvoegen van verenigingen tot landelijke organisaties, en 12 districtsinspecteurs (de districten vielen in het algemeen samen met de provincies). Op deze inspecteurs dreef het werk van het commissariaat. Opdracht tot ontbinding ging van Müller-Lehning uit met toestemming van het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung; soms echter ontbond de Sicherheitspolizei een organisatie, waarna het commissariaat de liquidatie voltooide.
Als Algemeen liquidateur van de Vrijmetselaarsloges en neven- en onderorganisaties was aangesteld Mr. Joan Muller.
Bevoegdheden
De bevoegdheden van de CNCV waren gebaseerd op Verordening no. 41/1941 van de Rijkscommissaris: "teneinde te komen tot een herordening op het gebied van de niet-commercieele Vereenigingen en Stichtingen" van 28 februari 1941. Hierin werd onder meer bepaald dat de Commissaris gerechtigd was verenigingen en stichtingen te ontbinden, bij andere verenigingen en stichtingen onder te brengen, statuten te wijzigen, etc. Vermogens konden geheel of gedeeltelijk worden gebruikt voor 'doeleinden van algemeen belang', waaronder bijvoorbeeld Winterhulp en het Nederlands Arbeidsfront werd verstaan. Beheerskosten konden worden gevorderd tot een maximum bedrag van 10% van de activa van de desbetreffende vereniging of stichting. Voor ontbinding en het onderbrengen bij andere verenigingen of stichtingen was wel de toestemming van de Generalkommissar zur besonderen Verwendung, Fritz Schmidt, vereist.
De inspecteurs hadden bevoegdheid om bij onderzoek of liquidatie de hulp van Nederlandse en Duitse politie in te roepen.
Taken
Liquidatie van niet-commerciële verenigingen en stichtingen, te weten:
a. organisaties met een liefdadig doel
b. organisaties van werkgevers en werknemers
c. overige niet-commerciële organisaties, zoals politieke partijen, religieuze organisaties (geen kerkgenootschappen), studentenverenigingen, sociëteiten en volkshuizen, militaire verenigingen en internationaal georiënteerde verenigingen als esperantisten.
Elke vereniging of stichting die een mededelingenblad uitgaf diende hiervan steeds 2 exemplaren aan het Commissariaat te sturen. Bovendien moesten alle mededelingenbladen aangemeld en geregistreerd worden.
Na de oorlog
De Raad voor het Rechtsherstel en het Nederlands Beheersinstituut (NBI) bepaalden in 1946 dat de opheffing en liquidatie van verenigingen en stichtingen met terugwerkende kracht ongedaan werden gemaakt. Inmiddels was na de bevrijding het Commissariaat voor de Niet-Commerciële Verenigingen en Stichtingen (CNCV) onder beheer gesteld van het Bureau Bijzondere Beheren van het NBI. Op 24 mei 1945 werden mr. Brevet en mr. Visser van IJzendoorn door de Militaire Commissaris voor 's-Gravenhage benoemd tot beheerders van de boedel van H.W. Müller-Lehning. Bij beschikking van het Nederlandse Beheersinstituut van 25 september 1945 werd tevens als beheerder aangesteld mr. C.H. Telders.
Uit de boekhoudkaarten de zich in het archief bevinden, kan worden opgemaakt dat rond 1948 door de beheerders van de CNCV een voorschot van 35% is uitbetaald. In 1959 werd een slotuitkering gedaan van 71,86% onder inhouding van het eerder gedane voorschot.
Ook joodse organisaties zijn door de CNCV geliquideerd. Na de bevrijding is voor een groot aantal joodse organisaties een gemachtigde opgetreden, nl. het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap en het Accountantskantoor Martin J. Polak te Amsterdam. Deze gemachtigden hebben de uitkeringen van de beheerders van het CNCV in ontvangst genomen. Joodse organisaties die weer een eigen bestuur kregen, hebben veelal zelf hun vorderingen bij de beheerders van het CNCV ingediend.
Curriculum Vitae
Tijdens de oorlog heeft Müller Lehning de volgende functies bekleed: gemachtigde van de Leider in bijzondere dienst, leider van de sectie Textiel- en Kledinghandel van het Economisch Front en heerbanleider van de WA (dit laatste was waarschijnlijk meer een ererang). Müller Lehning trad voorts op als bestuurslid van het Rijksbureau Distex en Verwalter van enige textielzaken.
Aalders, G., Roof. De ontvreemding van joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog (Den Haag 1999).
Begeleidingscommissie Onderzoek Financiële Tegoeden WO-II in Nederland, Tweede Wereldoorlog: roof en rechtsherstel. Eindrapport van de Begeleidingscommissie onderzoek financiële tegoeden WO-II in Nederland (Leiden 1999).
Commissie van Onderzoek Liro-archieven, Archieven, tastbare goederen, claims. Tweede rapport van de Commissie van Onderzoek Liro-archieven, 9 december 1998 (Den Haag).
Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog: deel 5, maart '41 - juli '42, eerste helft (Den Haag 1974).
De inventaris is in februari 1959 vervaardigd door de heer P.G. Rijser en bevat een korte historische en archivistische inleiding.
Omvang
0,3 meter; 2 dozen
Aantal inventarisnummers
23 inventarisnummers (1a-3g)
Archiefordening
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
volledige openbaarheid
Toelichting
Analytische beschrijving van het archief
Het archief bestaat voornamelijk uit maandrapporten van de 12 inspecteurs. Daarnaast is er van een viertal districtsinspecteurs een uitgebreide correspondentie aanwezig.
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
NIOD; Collectie Documentatie II Zaken (Verenigingen - Opheffing, 847C). In dit archief bevinden zich een aantal stukken inzake de CNCV:
Tweetal vragenlijsten van de Commissaris voor niet-commerciële Verenigingen en Stichtingen en een mededeling betreffende inschrijving bij het commissariaat
Bundel circulaires en brieven van een groot aantal verenigingen betreffende de ontbinding van deze verenigingen op last van de commissaris
Brief van het bestuur van het Katholiek Onderwijzers Verbond over de opheffing van het Verbond in 1941 op last van de Commissaris voor de Niet-commerciële Verenigingen en Stichtingen. Bijlagen: correspondentie uit de bezettingstijd over de opheffing van het Verbond en de schorsing van de bestuursleden
Rondschrijven van de Bond voor Gereformeerde Jeugdorganisatie aan de gereformeerde jeugdverenigingen in Nederland, waarin wordt medegedeeld, dat het bondsbureau van heden (22 juli 1942) af zal zijn gesloten en dat alle activiteiten der jeugdverenigingen zijn verboden
NIOD; Collectie Documentatie I Personen (dossier Müller Lehning, 248-1190)
Stukken betreffende onderzoek en rechtspraak in de zaak-Müller Lehning
Enige correspondentie van Müller Lehning
Toelichtend rapport bij het eindverslag van het Nederlandse Beheersinstituut
Archief van de beheerders van het Commissariaat voor de Niet-commerciële Verenigingen en Stichtingen
Het archief van de beheerders van de Commissaris voor de Niet-commerciële Verenigingen en Stichtingen bevindt zich in het archief van het Nederlandse Beheersinstituut.
In deze inventaris zijn de bewaard gebleven gedeelten van de door het NBI in beslag genomen bedrijfsadministraties beschreven, waaronder die van de Commissaris voor de Niet-Commerciële Verenigingen en Stichtingen.
De beheersdossiers zijn toegankelijk via een database, en aanvraagbaar onder het toegangsnummer 2.09.16. Ze zijn genummerd 2000 - 6566 en 26001 - 205430. De dossiers zijn geordend op naam van de eigenaar.
Omvang
Het op het CNCV betrekking hebbende gedeelte bedraagt 2 meter.
Aantal inventarisnummers
31 (623-654)
Archiefordening
Alfabetisch
Onbekend
Toelichting
Alfabetisch: de dossiers van het door NBI beheerde vermogens zijn alfabetisch op naam opgeborgen.
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Het beperkt openbare gedeelte van dit archief (niet-openbaar categorie B) is alleen ter inzage na schriftelijke toestemming tot raadpleging, te verkrijgen d.m.v. een schriftelijk verzoek (per brief, inclusief onderzoeksopzet) aan de directeur van het Nationaal Archief t.a.v. het hoofd Onderzoek. Raadpleging van stukken, jonger dan 50 jaar, na toestemming van de directeur Nationaal Archief. In twijfelgevallen pleegt directeur Nationaal Archief overleg met Justitie. Publicatie van gegevens na toestemming van Justitie, behalve van gegevens, die naar hun aard openbaar zijn (kranten, brochures, publicaties Raad en NBI, in openbaar uitgesproken vonnissen).
Verloren geraakt
Het archief, dat na Dolle Dinsdag door Müller Lehning verschillende malen was verplaatst, werd voor een groot deel door brand verwoest. De commissaris zelf, Müller Lehning, pleegde kort na de bevrijding zelfmoord. Dit alles bemoeilijkte de reconstructie van de administratie van het commissariaat.
Analytische beschrijving van het archief
De inventarisnummers betreffende het CNCV bevatten gedeeltelijk stukken van de CNCV zelf, van de beheerders van het CNCV en van het Nederlandse Beheersinstituut.
623 - R.K. Bond ‘Voor het Gezin’, First Church of Christian Science
624 - R.K. Bond ‘Voor het Gezin’, Bond van Gereformeerde Jeugdorganisaties
625 - Lijsten van verenigingen die zich destijds hadden aangemeld bij de CNCV, die een aanmeldingskaart hebben ontvangen van het NBI, diverse stukken over de vrijmetselarij, roerende goederen, inbraakverzekeringen
626 - Betaalstaten, VVRA, balansen CNCV, accountantsrapporten 1946-1956, liquidatierapport van de Christelijk Democratische Unie, 1941, claims Joan Muller (vrijmetselaarsloges, Bouwhutten, Rotary clubs, Rozenkruisers, theosofen, antroposofen, esperantisten, spiritisten, pacifisten, Bellamy, soroptimisten, soefibeweging, Bijbelvorsers en diversen), onroerend goed, kopers ter kwade trouw
627-
Algemene correspondentie A - M (naoorlogs)
Algemene correspondentie N - Z (naoorlogs)
Stukken over de liquidatie van de Spiritistische vereniging ‘Harmonia’ en de Nederlandse Esperanto Verenigingen, diverse afdelingen, 1941
Ontvangstbevestigingen van terugontvangen effecten.
Diverse stukken waaronder een verslag van Beheerders (CNCV), ultimo 1945
Correspondentie met de VVRA over mutaties effecten 1947-1948
Grootboekinschrijvingen LVVS
Correspondentie met de LVVS inzake de Stiko-rekening (= rekening van CNCV bij Liro), 1948-1956
Correspondentie met de VVRA over mutaties effecten, 1947-1948
Lijsten met huurontvangsten CNCV, 1944-1945
632 -
Joodse tegoeden: overmaking aan de Centrale Commissie van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap op rekening van ‘gelden van derden’, 1947-1950
Effecten joods bezit bij De Bary en LVVS, 1942-1950
R.K. militaire verenigingen
633 -
Dossier Mr. F.C. Stähle, liquidateur in dienst van de CNCV:
Dossier D.A. Nieveld, liquidateur in dienst van de CNCV
Dossier Stichting ‘het Burgerwachtgebouw’
Dossier Theosofia-Stichting Utrecht
Dossier Nederlandse Jeugdherberg Centrale
Lijsten met claims CNCV
Lijsten met verenigingen
634 -
Correspondentie Oranjeverenigingen
Richtlijnen en instructies behandeling van claims en vervaardigen van vermogensopstellingen, lijst onroerende goederen en hypotheken, 1952
Namenlijsten
Dossiers Nederlandschen Militaire Bond
635 -
Recapitulatie van de vermogenswaarden van verschillende verenigingen in de Provincie Noord-Holland
Financiële stukken Mr. Joan Muller betreffende vrijmetselaarloges
Dossier blindeninstituut van de vrijmetselarij
Dossier Joan Muller
Dossier Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, 1942
636 - 637 Dossiers R.K. Staatspartij
638 - Dossier Leger des Heils
639 - Dossier St. Josephs Gezellen Vereniging
640 -
Procedures
Alg. Correspondentie vanaf 1953
Alg. Correspondentie vanaf 1958
Alg. Locale Maçonnieke instellingen
641 -
Eindrapport betreffende de liquidatie van Vermogens van Vrijmetselaarsloges met neven- en onderorganisaties in de Provincie Noord-Holland, 1942
Rekeningen van E.Th. Hermans, liquidateur aangesteld door CNCV
Overzichten van liquidaties in verschillende provincies
Stukken betreffende effecten uit het depot van Mr. Joan Muller
Postcheque en girodienst, rekeningen van vrijmetselaarsloges
Verslagen van de Beheerder van Mr. Joan Muller met een verslag van de werkzaamheden van Muller als liquidateur-generaal van vrijmetselaarsloges en andere instellingen.
Rekeningen-courant Joan Muller
‘Anlagen zum Bericht über die Prüfung der Abwicklung von Freimaurerlogen und logenähnlichen Verbänden’.
Overzichten van opbrengsten van veilingen
642 -
Liquidatie van de Gereformeerde Staatkundige Partij (SGP)
Diverse financiële stukken
Stukken betreffende de bankenenquête betreffende rekeningen van liquidateurs
Aankoop hypotheken door NGV van CNCV, 1943
Dossier liquidateur Mr. Eugène Vogels.
Dossiers waarvan de inventarisschade is doorgegeven aan Commissariaat voor Oorlogsschade (CvO)
Dossier liquidateur studentenverenigingen Mr. W.F. Vorrink
Lijst van vermogens onder beheer van het Bureau Bijzondere Beheren (NBI)
643 - Reconstructies van rekeningen-courant van het CNCV
Bank voor Nederlanschen Arbeid
Rijnsche Handelsbank
Albert de Bary
Handelstrust west
Lippmann Rosenthal & Co. (de zgn. Stiko-rekening)
Nederlandse Handel-Maatschappij
Amsterdamsche Bank
Nederlandse Middenstandsbank
Rotterdamsche Bank (Robaver)
644 -
Lijst van effecten in bewaring bij H. Albert de Bary, op 12 april 1946 door overboeking in depot aan joodse verenigingen en stichtingen teruggeven, 1946
Lijst van effecten aan joodse verenigingen en stichtingen teruggegeven, 1947
Lijsten van onroerende goederen in bezit van CNCV, 1945-1948
Rekening-courant bij Liro over 1942-1943 ten name van Jüdischer Wohlfahrtsverein.
647-648 Kaartregister van alle verenigingen en stichtingen die een claim hebben ingediend, met vermelding van de naam van de gemachtigde, bedragen van de erkende claims en de bedragen van de uitkering (kaarten nr 1 t/m 15000). (Er zijn echter ca. 8000 kaarten)
649-651 Klapper op het kaartregister, primair op vestigingsplaats, secundair op naam van de instelling, waarbij de joodse instellingen afzonderlijk zijn gehouden (3 kaartenbakken)