In de Algemene vergadering van Aandeelhouders gehouden op 29 november 1977 werd besloten tot ontbinding van de Belga per 1 januari 1978 (Staatscourant 16 januari 1978, nr. 11). De reden om in 1977 tot opheffing over te gaan kwam voort uit het feit dat in de afgelopen zeven jaar geen procedures waren aangespannen.
De uiteindelijke opheffing van de Belga vond plaats op 5 september 1984 (Staatscourant van 5 juli 1984, nr. 129).
Aanleiding voor oprichting
De N.V. Belga voerde een taak uit met betrekking tot het effectenrechtsherstel waarover regels waren neergelegd in het Besluit herstel rechtsverkeer E 100.
Opvolger
Agent van het Ministerie van Financiën
Inrichting van de organisatie
Voorzitters:
mr. A. Rinnooy Kan (1956-1959)
mr. J.C.W.M. Huysmans (1959-1964)
mr. B.C. Oud (1964-1977)
Leden:
drs. H.T.M. Bevers (1975-1977)
mr. K.H. Beyen (1958-1960)
mr. C.T. de Bijll Nachenius (1956-1970)
mr. A.J. Holthuizen (1956-1961)
J.Th. Meyer (1958-1963)
mr. C.G. Polvliet (1956-1957)
mr. P.J.H.J. Stulemeyer (1956-1975)
A.F.M. van der Ven (1957-1958)
Secretarissen:
mr. J.L.S.M. Hillen (1976-1977)
mr. W.H.A. de Jong (1956-1965)
mr. J.W. van Kuyk (1966-1975)
Positie binnen de organisatie
De Belga viel onder de verantwoordelijkheid het ministerie van Financiën.
Doelstelling
Uitvoering van het rechtsherstel met betrekking tot buitenlandse effecten door eigenaren, die onder dwang van de bezetter afstand hadden moeten doen van hun effecten, in hun rechten te herstellen.
Bevoegdheden
Financiële afhandeling met gedepossedeerden van niet aangemelde en in Nederland geopponeerde buitenlandse effecten welke niet via schikkingen en procedures waren terug verkregen en waarvoor door de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten duplicaten bij de uitgevende instellingen waren aangevraagd.
Taken
De minister van Financiën had op grond van art. 64 van het Besluit herstel rechtsverkeer E 100 de taak toegewezen gekregen originele buitenlandse effecten uit te leveren of duplicaten van buitenlandse effecten te verkrijgen. Deze taak werd opgedragen aan de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten (CRBE). Op grond van een tussen de N.V. Belga en de CRBE gesloten overeenkomst, kocht de Belga van gedepossedeerden hun rechten op buitenlandse effecten en rekende met hen af. Het betrof niet aangemelde en in Nederland geoppeneerde effecten en effecten waarvoor door de CRBE duplicaten waren aangevraagd. De CRBE leverde de duplicaten aan de N.V. Belga, waarna de N.V. Belga de Staat een contragrantie gaf. De Staat diende tegenover de uitgevende instellingen garant te staan. Ook voor de aanspraken van gedepossedeerden op de LVVS werd door de N.V. Belga en de CRBE een overeenkomst gesloten.
In 1963 werd de administratie van de N.V. Belga door de Agent van het Ministerie van Financiën overgenomen. Tot dat jaar was de administratie door de N.V. Trust Maatschappij voor Effectenbeheer ‘De Arend’ (de Trust) behandeld. De Trust heeft de adminstratie gevoerd omdat de Belga in tegenstelling tot de Trust niet beschikte over een organisatie die deskundig was op administratief en financieel terrein.
In 1963 heeft de Raad van Bestuur van de Belga de minister van Financiën gevraagd of het mogelijk zou zijn gedeeltelijk tot liquidatie van de Belga over te gaan in verband met het feit dat het risico dat de Belga aansprakelijk gesteld zou worden uit hoofde van gestelde garanties, aanzienlijk was verminderd. Op de buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 oktober 1972 werd besloten de naamloze vennootschap om te zetten in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Hiertoe werden de statuten van de Belga gewijzigd bij akte van omzetting op 27 december 1972.
In de Algemene vergadering van Aandeelhouders gehouden op 29 november 1977 werd besloten tot ontbinding van de Belga per 1 januari 1978 (Staatscourant 16 januari 1978, nr. 11). Al eerder was de opheffing van de Belga ter overweging genomen maar was hiertoe niet besloten omdat:
niet werd uitgesloten dat houders van originele stukken van buitenlandse effecten nog procedures zouden beginnen. De Belga zou dan beter als procespartij kunnen optreden dan de Nederlandse Staat.
Bij opheffing van de Belga zou door de Bondsrepubliek Duitsland aan de Belga verstrekte garanties van circa fl. 13 miljoen in het kader van het Bundesrückerstattungsgesetz (BRüG) komen te vervallen.
De reden om in 1977 wel tot opheffing over te gaan kwam voort uit het feit dat in de afgelopen zeven jaar geen procedures waren aangespannen. De kans werd klein geacht dat de Nederlandse Staat alsnog in een procedure zou worden betrokken.
De uiteindelijke opheffing van de Belga vond plaats op 5 september 1984 (Staatscourant van 5 juli 1984, nr. 129).
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
Hazemeijer, J., Inventaris van het archief van de NV/BV Beleggings- en Garantie Maatschappij voor Duplicaten van Buitenlandse Effecten (BELGA) 1956-1977 (1986) (’s-Gravenhage [Ministerie van Financiën] 1990, Winschoten [Centrale Archief Selectiedienst] 2005).
Omvang: 20 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 5-12).
Indices op toegang
De inventaris bevat een concordantie van inventarisnummer naar paginanummer.
Omvang
6.38 meter
Aantal inventarisnummers
125 inventarisnummers
Archiefordening
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Krachtens artikel 15, lid 1 van de Archiefwet 1995 is de openbaarheid van de inventarisnummers 20, 24-44, 56-118, 125 beperkt tot het jaar 2036.
Verloren geraakt
Niet bekend.
Selectie en vernietiging
In 1989-1990 zijn bescheiden van de Belga overgebracht naar het Ministerie van Financiën in Den Haag om geïnventariseerd te worden. Bij de inventarisatie zijn bescheiden vernietigd aan de hand van de lijst van de te vernietigen archiefbescheiden uit de archieven van het Ministerie van Financiën en de daaronder ressorterende colleges, commissies en ambtenaren.
In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 29 november 1977 is besloten dat de boeken en bescheiden van de Belga tot dertig jaar na de ontbinding van de de BV bij het Ministerie van Financiën moeten blijven berusten.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van de Belga bestaat uit:
een serie agenda’s van vergaderingen met daarbij behorende bijlagen (inv. nrs. 1-13)
een secretariaatsarchief bestaande uit onder andere een A-serie en een B-serie. De A-serie bestond uit bescheiden van de NV Handel-Maatschappij ‘De Adelaar’. De B-serie bevatte de bescheiden van de Belga zelf.
stukken betreffende de totstandkoming en uitvoering van de overeenkomsten van 22 oktober 1956 gesloten tussen de Belga en de NV “De Arend” regelende de verhouding tussen de twee maatschappijen, en tussen de Belga en de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten inzake schadeloosstelling aan vroegere bezitters, 1956-1962
stukken betreffende claims van de Belga op effecten die in de oorlog bij Lippmann, Rosenthal en Co. (Sarphatistraat) te Amsterdam zijn ingeleverd, 1961-1968
stukken betreffende de afwikkeling van op grond van het Bundesrückerstattungsgesetz (BRüG) ingediende claims (Belga-BRüG-claims), 1961-1969
stukken betreffende de liquidatie van de Belga, 1970-1984
stukken betreffende de omzetting van de Belga in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, 1972
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Er bevinden zich noch originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief, noch gedeponeerde archieven.
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 29 november 1977 is besloten dat de boeken en bescheiden van de Belga tot dertig jaar na de ontbinding van de de BV bij het Ministerie van Financiën moeten blijven berusten.
Opmerkingen
Het archief van de Commissie Duplicaat Effecten bevond zich vanaf de instelling van de commissie in 1954 in het pand Keizersgracht 105 te Amsterdam waar onder andere ook het Secretariaat van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel was gevestigd. Toen dit pand in 1967 moest worden ontruimd, is het archief voorzover daar nog mee moest worden gewerkt, overgebracht naar het Agentschap van het Ministerie van Financiën in Amsterdam. De rest van het archief werd op een andere locatie in Amsterdam ondergebracht.
Naar aanleiding van een eerste beoordeling van de inventaris door het Nationaal Archief is deze ter aanpassing aangeboden aan de Centrale Archief Selectiedienst te Winschoten, waarbij een aanvulling op deze inventaris moest worden geïntegreerd. Deze aanvulling betrof oorlogsgerelateerde archiefbescheiden, afkomstig van het Agentschap van het Ministerie van Financiën te Amsterdam. De beschrijvingen zijn op de goede plaats in de inventaris ingevoegd. Er zijn twee rubrieken toegevoegd en een concordantie van inventarisnummer naar paginanummer aangelegd.
Bronnen
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998), 174-175.