Vanaf 1940 waren er reeds Nederlandse vluchtelingen in Zweden. De verzorging was in handen van het Nederlandse consulaat-generaal aldaar. Door de toename van het aantal vluchtelingen werd in 1943 een apart bureau opgericht voor de verzorging van vluchtelingen. Dit Bureau Uitgewekenen Zorg was op verzoek van de consul-generaal ingesteld, maar het Bureau werd geplaatst onder het gezantschap in Stockholm. In 1944 werd het Bureau Zorg Uitgewekenen als gevolg van de veranderde taakstelling gewijzigd in de afdeling Repatriëring van het Nederlandse gezantschap.
Het Bureau Zorg uitgewekenen/de afdeling Repatriëring stond onder leiding van J. Middendorp.
Positie binnen de organisatie
BZU was onderdeel van het Nederlandse gezantschap in Stockholm en viel onder de minister van Buitenlandse Zaken
Doelstelling
Doelen:
Een schakel zijn van en naar de vertegenwoordigers van het Nederlands Gezag om de vluchtelingen zo spoedig mogelijk onder dit gezag te brengen.
Zo spoedig mogelijk overbrengen in normale levensverhoudingen van de uitgewekenen en daardoor hen beter voor te bereiden tot een geregelder leven hetzij in Engeland, hetzij later in Nederland.
Deze doelen dienen bereikt te worden door:
Verschaffing van werk en levensonderhoud in kampen, waartoe de Zweedse autoriteiten medewerking verlenen. Met deze medewerking wordt een duurzaam contact gezocht.
Het eventueel onderbrengen van de vluchtelingen bij particuliere werkgevers.
Taken
Taken van BZU:
De maatschappelijke en geestelijke verzorging van de vluchtelingen door daartoe geschikte middelen: bezoeken, lectuur, verschaffing van sport- en ontspanningsmiddelen, de inschakeling van verenigingen van Nederlanders in Zweden bij dit werk, algemene godsdienstoefeningen op passende tijden, etc.
De algemene materiële verzorging met behulp van de Nederlandse en Zweedse autoriteiten, de administratie van de gelden, van de kleding e.d., de verzorging van de zieken en van de door ongevallen getroffenen en verder de bemiddeling tussen vluchtelingen en autoriteiten in alle voorkomende bijzondere gevallen van nood.
Het algemeen toezicht op een bescheiden tehuis voor arriverende vluchtelingen totdat zij elders kunnen worden ondergebracht, voor toevallig voor zaken te Stockholm verblijvende vluchtelingen, opdat zij niet aan de eenzaamheid worden prijsgegeven maar elkander treffen kunnen.
Inventaris van de archieven van de gezantschappen te Zweden (Stockholm) (1868) 1910-1946 (1948) (tot 1919 mede-geaccrediteerd bij de regeringen van Noorwegen en Denemarken) en te Finland (Helsinki) 1919-1940. Nationaal Archief (Den Haag 1990)
Tijdens de inventarisatie van het archief in 1989 zijn 46 (ca. 5,1m) dozen van de oorspronkelijke 183 (ca. 20,3m) dozen vernietigd. Dit zijn zowel dossiers uit deze inventaris als uit de inventaris van het archief van het gezantschap te Zweden (Stockholm), (1944) 1946-1954. De vernietiging heeft plaatsgevonden op grond van de Lijst, houdende opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in het archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken en in de archieven van de Nederlandse vertegenwoordigers in het buitenland (1960).
Analytische beschrijving van het archief
Het archief bevat zowel dossiers van het Bureau Zorg Uitgewekenen als van zijn opvolger de afdeling Repatriëring. De dossiers geven een goed beeld van de taken van beide organisaties. Het eerste gedeelte van de inventaris gaat met name over onderzoeken naar de politieke betrouwbaarheid van de Nederlandse uitgewekenen en de doorreis naar Engeland. Daarna gaan de dossiers voornamelijk over de repatriëring van Nederlanders. De dossiers betreffende de Nederlandse vluchtelingen zijn op alfabet of nummer van persoonsbewijs doorzoekbaar.
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
In het archief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Repatriëring, nummer toegang 2.15.43. bevindt zich ook een gedeelte van het archief van de afdeling Repatriëring.