Op het Congres van Wenen in 1815 werd afgesproken dat alleen de grotere landen ambassadeurs met elkaar zouden uitwisselen. Nederland behoorde niet tot deze groep en kon dus alleen gezanten en consuls bij andere landen accrediteren. Na de Eerste Wereldoorlog lieten de grote landen ook ambassadeurs van een aantal kleinere landen toe. In Nederland kwamen daarna steeds meer stemmen op om in bepaalde landen de gezantschappen te verheffen tot ambassades. In 1935 werd de eerste poging ondernomen bij Groot-Brittannië. Groot-Brittannië ging echter niet in op het voorstel van Nederland. Ook de volgende pogingen waren vruchteloos. Begin jaren veertig probeerde Nederland de Verenigde Staten te overtuigen om ambassadeurs uit te wisselen. Hoewel de Verenigde Staten altijd op het standpunt hadden gestaan dat Nederland eerst bij Groot-Brittannië een ambassadeur geaccrediteerd moest hebben, veranderde deze houding in 1942. Beide gezantschappen werden verheven tot ambassade. Groot-Brittannië volgde hierna snel. Op 26 oktober 1944 werd bekend gemaakt dat Nederland en België tevens beider gezantschappen zouden verheffen tot ambassades.
Voorloper
Gezantschap in België en Luxemburg
Inrichting van de organisatie
Gezanten/ambassadeurs
Mr. B.Ph. van Harinxma thoe Slooten (4 januari 1938-1956). Vanaf 22 november 1944 als ambassadeur.
Jhr.mr. P.D.E. Texeira de Mattos (1956-1964)
Positie binnen de organisatie
De ambassade ressorteert onder het ministerie van Buitenlandse Zaken
Taken
Taken van de ambassade
De taken van een ambassade zijn in het Reglement Buitenlandse Dienst (Koninklijk Besluit 13 oktober 1951, Staatsblad nr. 449) vastgelegd:
Het Koninkrijk in het buitenland vertegenwoordigen;
De buitenlandse betrekkingen van het Koninkrijk onderhouden door middel van contacten met de regering van de ontvangende staat;
De belangen van het Koninkrijk en van de onderdanen behartigen en beschermen buiten het grondgebied;
Het verzamelen en verstrekken van gegevens met betrekking tot het gastland die voor de regering en voor de bewoners van het Koninkrijk van belang kunnen zijn;
Buiten het grondgebied van het Koninkrijk de gerechtelijke, buitengerechtelijke en administratieve handelingen en werkzaamheden te verrichten welke krachtens internationale overeenkomsten en de wetten en voorschriften van het Koninkrijk aan diplomatieke en consulaire ambtenaren zijn opgedragen of waartoe deze bevoegd zijn verklaard;
Het verrichten van alle andere door of vanwege de regering op te dragen werkzaamheden.
De werkzaamheden van de ambassades en consulaten zijn onder te verdelen in:
Inventaris van het Nederlandse gezantschap/de Nederlandse ambassade in België (en Luxemburg) 1839-1954 (1961); en daarbij gedeponeerde bescheiden 1924-1954. Nationaal Archief (Den Haag 1993).
In het archief bevinden zich agenda's waarin chronologisch de ingekomen en uitgaande post werd genoteerd. Aan elk stuk werd een code toegekend en vervolgens opgeborgen in dossiers. Aan de hand van de agenda's zijn stukken terug te vinden.
Omvang: 105 pagina's. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 7-18)
Omvang
80 meter; 1381 inventarisnummers
Archiefordening
Chronologisch
Thematisch
Anders
Toelichting
Het archief bestaat uit drie delen: archiefdeel 1839-1830, archiefdeel 1890-1940 en archiefdeel 1945-1954. Het archief van de ambassade over de periode 1945-1954 is onderverdeeld in een 'open' en 'geheim' gedeelte. Deze ordening is bij de inventarisatie intact gelaten.
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Algemene regeling Buitenlandse Zaken 1987 artikel 7 ten aanzien van alle stukken jonger dan 75 en ouder dan 50 jaar, artikel 2 ten aanzien van inventarisnummers 390, 392, 412, 420, 421, 424, 425, 444, 451, 458, 460, 508, 510, 560.
Selectie en vernietiging
Tijdens de inventarisatie van het archief in 1989 zijn 138 (15,3m) dozen van de oorspronkelijke 207 (23m) dozen uit de periode 1945-1954 vernietigd. De vernietiging heeft plaatsgevonden op grond van de Lijst, houdende opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in het archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken en in de archieven van de Nederlandse vertegenwoordigers in het buitenland (1960).
In de inventaris is een bijlage opgenomen van het soort dossiers dat is vernietigd.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief over de periode 1945-1954 bevat voor het overgrote deel dossiers die betrekking hebben op de uitoefening van de diplomatieke taken van een ambassade. Daarnaast bevat het vier dossiers (inv.nrs. 1169, 1202-1204) betreffende de repatriëring van Nederlandse burgers uit België. Eén dossier betreft de repatriëringsovereenkomst die België en Nederland hebben afgesloten. Deze overeenkomst regelde de positie en opvang van Nederlandse en Belgische displaced persons in beide landen. Twee dossiers gaan over de Nederlandse Repatriëringsdienst te Brussel (Missie Brussel).
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Archief van het Bureau Nationale Veiligheid vestiging Brussel (1940) 1946-1947