De RAPWI was een Britse organisatie en was in meerdere landen in Zuid-Oost Azië actief. In Nederlands-Indië bestond de organisatie voor het merendeel uit Nederlandse medewerkers die gerecruteerd waren uit voormalig geïnterneerden. De RAPWI stond ook in Nederlands-Indië onder Brits commando.
De centrale leiding lag bij het RAPWI-Coördinatie Comité. Hieraan werd een Nederlandse adviseur toegevoegd.
Aan de staf van de regionale commandanten werd een control staff toegevoegd, die alle hulpverlening in het betreffende gebied coördineerde.
Er werden in eerste instantie zes van deze control teams ingesteld:
- Malakka
- Singapore
- Frans Indo-China
- Thailand
- Hong Kong
- Java onder leiding van de Brit kolonel K.M.G. Dewar en de Nederlander luitenant-kolonel D.L. Asjes. Het Kantoor Displaced Persons werd voorlopig als onderdeel van RAPWI op Java opgenomen.
De control staf in Malakka zou naar het beëindigen van haar werkzaamheden aldaar worden overgeplaatst naar Sumatra. Elke control staf had een aantal RAPWI-teams onder zich die verantwoordelijk was voor de daadwerkelijke hulpverlening. Ook de gezamenlijk opererende Nederlandse hulpverleningsteams kwamen op Java en Sumatra onder RAPWI-leiding te staan.