In Londen had het Ministerie van Sociale Zaken een beperkt aantal taken. Aanvankelijk was de belangrijkste taak de zorg voor het sociale beleid t.a.v. het personeel van de Nederlandse koopvaardijvloot. In de loop van de oorlog werden plannen gemaakt voor na de bevrijding op het gebied van de volksgezondheid, de repatriëring van Nederlanders en het Regeerings Comité voor Kinderen. Het archief bevat begrotingen, ministerraadstukken en enkele stukken over de Internationale Arbeidsorganisatie, de terugkeer van jhr. Mr. D.J. de Geer vanuit Londen naar Nederland en het Regeerings Comité voor Kinderen dat verantwoordelijk was voor de uitzending van kinderen naar Groot-Brittannië in de jaren 1944-1946. Een fors deel van het archief bestaat uit materiaal betreffende de rechtspositie van zeelieden, de Zeeongevallenwet, de Stichting Zeerisico 1940 en van het Centraal Comité 'Zeeman's Welvaren' dat van 1942 tot 1946 een aantal Nederlandse clubs voor zeelieden exploiteerde in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. (Bron: Inleiding van de inventaris van het departement van Sociale Zaken te Londen, blz. 5).
Het archief van het departement van Sociale Zaken bevat, behalve betalingsbewijzen voor uitgaven voor repatriëring, geen stukken over de repatriëring. Deze stukken zijn namelijk opgenomen in het archief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Repatriëring (nummer toegang 2.15.43). Het archief van het departement te Londen bevat wel een aantal rapporten over bepaalde groepen Nederlanders in het buitenland.
Rapporten betreffende:
- Nederlandse krijgsgevangenen
- Oost-Vrijwilligers - Oost-Compagnie
- Arbeiders in Duitsland (Arbeitseinsatz)
- Tewerkstelling van studenten in Duitsland
- Nederlanders in neutrale landen
- Nederlanders in Finland
- Nederlandse arbeiders in Frankrijk
- Nederlandse arbeiders in Duitsland
- Arbeiders in Noorwegen
- Nederlandse vrouwen in Duitsland