1937-1945; 1947-heden. Van 23 februari 1945 tot 11 oktober 1947 bestond er geen ministerie van Algemene Zaken. De taken werden overgenomen door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Op 11 oktober 1947 werd het ministerie van Algemene Zaken weer opgericht.
Oprichters
Regering
Aanleiding voor oprichting
Het ministerie van Algemene Zaken werd in 1937 opgericht ten behoeve van de coördinatie van de werkzaamheden van alle ministeries om het algemeen bestuur te bevorderen.
Na de inval door Duitsland in mei 1940 werden de Nederlandse ministeries verplaatst naar Londen. De minister van Algemene Zaken was in eerste instantie nog minister-president jhr. mr. D.J. de Geer. Vanaf 3 september 1940 werd de minister van Binnenlandse Zaken H. van Boeyen tevens minister van Algemene Zaken.
Jhr. mr. D.J. de Geer 10 augustus - 3 september 1940
H. van Boeyen 27 september 1940 - 23 februari 1945
Dr. L.J.M. Beel 13 oktober 1947 - 7 augustus 1948
Inrichting van het departement van 3 juli 1937 - 31 mei 1944
Kabinet van de minister-president
Secretariaat van de ministerraad
Regeringspersdienst (Viel in Londen eerst onder de minister van Buitenlands Zaken en vanaf 1942 onder de minister van Algemene Oorlogvoering van het Koninkrijk)
Inrichting van het departement van 31 mei 1944 - 23 februari 1945
Kabinet en Archief - hoofd: mevrouw J.H. van Os
Ambtenarenwet en ambtenarenzaken. Pensioenwet - hoofd: dr. J.Th.A.H. van der Putten
Volkshuisvesting en binnenlandse evacuatie - hoofd: ir. A.P. van Rood
Oorlogsslachtoffers - hoofd: mr. J. Razoux Kuhr
P.T.T. Rijkspostspaarbank - beheerder: J. Wondergem
Engelandvaarders en vluchtelingen - hoofd: J.P. Zoethout
Huishoudelijke Dienst en Inkoopbureau - hoofd: C.W.E. Wild
Op 23 februari 1945 werd het ministerie van Algemene Zaken opgeheven. De taken gingen over naar het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Inrichting van het departement per 11 oktober 1947 - 1949
Kabinet van de Minister-President
Regeringsvoorlichtingsdienst
Buitenlandse Inlichtingendienst
Centrale Veiligheidsdienst
Voorlichtingsraad
Positie binnen de organisatie
Het ministerie van Algemene Zaken was één van de ministeries in ballingschap in Londen. Na de oorlog werd het ministerie van Algemene Zaken het departement van de minister-president.
Doelstelling
De voorzitter van de Raad van Ministers te ontheffen van de zorg voor het beheer van een departement van gewone omvang, ten einde de coördinatie van de werkzaamheden van de verschillende departementen van algemeen bestuur te bevorderen (instelling ministerie in 1937)
Zorg voor de zaken betreffende het algemeen Regeringsbeleid van het Koninkrijk, voor zover deze zorg niet bepaaldelijk wordt behartigd door een van de andere departementen (instelling ministerie in 1947)
Taken
Taken van het ministerie van Algemene Zaken van 3 juli 1937 - 31 mei 1944
De samenstelling van een deel van de rijksbegroting en het beheer hierover.
Het voorzitterschap van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (In Londen niet van toepassing. De Staten-Generaal was gedurende de oorlogsjaren niet in zitting).
Het vicepresidentschap en het lidmaatschap van de Raad van State en het lidmaatschap van de Algemene Rekenkamer (In Londen niet van toepassing. Ook deze lichamen waren niet in werking in Londen).
De behandeling van adelszaken en wapens van publiekrechtelijke lichamen.
De Ridderorden.
De Regeringspersdienst (Viel in Londen eerst onder de minister van Buitenlands Zaken en vanaf 1942 onder de minister van Algemene Oorlogvoering van het Koninkrijk).
Taken van het ministerie van Algemene Zaken 31 mei 1944 - 23 februari 1945
De samenstelling van een deel van de rijksbegroting en het beheer hierover.
Het voorzitterschap van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (In Londen niet van toepassing. De Staten-Generaal was gedurende de oorlogsjaren niet in zitting).
Het vicepresidentschap en het lidmaatschap van de Raad van State en het lidmaatschap van de Algemene Rekenkamer (In Londen niet van toepassing. Ook deze lichamen waren niet in werking in Londen).
De behandeling van adelszaken en wapens van publiekrechtelijke lichamen.
De Ridderorden.
De Regeringspersdienst (Viel in Londen onder de minister van Algemene Oorlogvoering van het Koninkrijk).
Volkshuisvesting en de binnenlandse evacuatie.
Oorlogsslachtoffers.
Zorg voor de P.T.T., de Postcheque- en Girodienst, de Rijkspostspaarbank en de Rijksspaardienst.
Verzorging Engelandvaarder en vluchtelingen.
Huishoudelijke Dienst en Inkoopbureau.
Kabinet en Archief.
Taken van het ministerie van Algemene Zaken vanaf 11 oktober 1947
Coördinatie van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Coördinatie van de overheidsvoorlichting.
Koninkrijkszaken.
Koninklijk Huis.
Voorbereiding van maatregelen in buitengewone omstandigheden.
Inventaris van de archieven van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Algemene Zaken te Londen, 1940-1945 (1946). Nationaal Archief, Centrale Archiefselectiedienst (Den Haag, Winschoten 1998).
Voor de eenheid van beleid: beschouwingen ter gelegenheid van vijftig jaar Ministerie van Algemene Zaken Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (Den Haag 1987).
Omvang: 51 pagina's. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 7-18)
Omvang
7,5 meter; 378 inventarisnummers
Archiefordening
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
papier
Andere informatiedrager
Bij dossier 268 behoort een doosje met 19 glasnegatieven van ontwerpen voor postzegels
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Voor raadpleging van stukken, jonger dan 75 jaar, met betrekking tot nog levende personen, is toestemming van de directeur van het Nationaal Archief vereist
Verloren geraakt
In 1945 is het archief uit Londen overgebracht naar Den Haag. Het is onbekend hoe groot de omvang van de archieven na overbrenging naar Nederland was. Het is daarom ook niet bekend of een gedeelte van de archieven verloren is gegaan.
Wel is bekend dat door de vermenging van de archieven van de ministeries van Binnenlandse en Algemene Zaken en de overdracht van taken tussen de twee ministeries het archief niet meer compleet is.
Selectie en vernietiging
De archieven zijn twee keer geïnventariseerd. Een fragment-inventarisatie vond plaats in 1973 door het hoofd van het centraal archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Er is daarbij ongeveer 20 meter archief vernietigd. De stukken die vernietigd zijn betroffen voornamelijk financiële stukken van de Huishoudelijke Dienst, de Internering en de Rijkspostspaarbank.
Bij de tweede inventarisatie vanaf 1993 is nog een klein gedeelte vernietigd - 0,30 meter - op basis van de Lijst houdende opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in de archieven van het ministerie van Binnenlandse Zaken en in de onder dat ministerie ressorterende commissies en ambtenaren, vastgesteld in 1961 en gewijzigd op 14 juli 1967.
Analytische beschrijving van het archief
Een groot deel van de tijd dat de Nederlandse regering in Londen was gevestigd, hadden de ministeries van Algemene en Binnenlandse Zaken dezelfde minister. Ook waren sommige ambtenaren bij beide ministeries actief. Daarnaast waren de taken van beide ministeries een enkele maal gewisseld. Door deze factoren is vermenging van het archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het archief van het ministerie van Algemene Zaken opgetreden. In de inventaris is dan ook geen onderscheid aangebracht tussen het archief van het ministerie van Algemene Zaken en van Binnenlandse Zaken.
Noch het ministerie van Algemene Zaken noch het ministerie van Binnenlandse Zaken hadden specifiek te maken met de repatriëring van Nederlandse onderdanen terug naar Nederland. Wel waren beide ministeries een periode verantwoordelijk voor de zorg voor vluchtelingen en oorlogsslachtoffers. Bij de uitvoering van deze laatste taak kwam het een aantal maal voor dat de departementen wel te maken kregen met de repatriëring van Nederlanders.
In de hierna genoemde dossiers komt dit onderwerp aan bod:
256 Naamlijsten van Nederlanders in Duitse krijgsgevangenschap, 1944-1945.
259 Stukken betreffende de repatriëring van overheidspersoneel naar Nederland, 1944-1945.
371 Stukken betreffende de repatriëring van politiek onbetrouwbare Nederlanders, 1944-1945.
372 Stukken betreffende de voorbereiding van de repatriëring van Nederlanders, zich bevindende in Rusland en Polen, 1944.
374 Stukken betreffende de behandeling van een verzoek om hulp bij de evacuatie van de heer R.H. Eitje, vroeger lid van het Comité voor Joodse Vluchtelingen, uit het concentratiekamp Bergen-Belsen, 1944.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Het archief bevat een aantal gedeponeerde archieven:
Archief van de minister zonder portefeuille mr. J.A.W. Burger, (1942) 1943-1944 (1945).
Archief van het hoofd van het Bureau Zuivering en Documentatie en secretaris van de Commissie van Advies Ambtenaren Londen, F.J.J.F.M. van der Kroon, 1943-1944 (1945).
Archief van mr. J.G. Kist, 1942-1944.
Archief van het College van Vertrouwensmannen (1943) 1944-1945.
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Direct na aankomst van het archief van de ministeries van Binnenlandse en Algemene Zaken in Nederland is een deel - 0,8m - afgesplitst en overgebracht naar het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (het huidige Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie). Een tweede deel is gelicht en toegevoegd aan het dynamisch archief van Binnenlandse Zaken vanwege de actualiteit van de stukken. Een laatste deel is toegevoegd aan het Kabinetsarchief van Binnenlandse Zaken. Het is onbekend wat de inhoud en de omvang van dit deel van het archief was.
De archieven van het bevolkingsregister en de Burgerlijke Stand zijn in een aparte inventaris beschreven (zie Nationaal Archief, Den Haag, Bevolkingsregister en Burgerlijke Stand van Nederlanders in het Buitenland, 1940-1945, nummer toegang 2.04.42)
Daarnaast is in 1954 een deel van het archief betreffende de Ministerraad overgedragen aan het ministerie van Algemene Zaken. Tenslotte zijn ook de zuiveringsarchieven afgesplitst van het oorspronkelijke archief en apart bewerkt.