Plechtigheid te Makassar, waarbij de urn met as officieel werd overgedragen om bijgezet te worden op het "Ereveld Menteng Poelo" te Djakarta De as is van de door de Japanners op 6 April 1944 gefusilleerde Lt.Kol. der infanterie A.L. Gortmans
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn veel Nederlandse krijgsgevangenen in Azië omgekomen door dwangarbeid, uitputting of executie. Niet alleen in Nederlands-Indië vielen slachtoffers, maar ook in Birma, Japan en Thailand. De slachtoffers werden begraven in tijdelijke graven. Na de bevrijding werd door het Britse Imperial War Graves Commission (IWGC) besloten de graven van de krijgsgevangenen op te sporen. Voor Nederland werd er een Nederlandse liaisonofficier aangesteld bij de IWGC die als taak kreeg het verzamelen van gegevens omtrent de ligging van de graven van Nederlanders. De slachtoffers van de oorlog werden overgebracht naar centrale begraafplaatsen. De Britten hadden de leiding over de totstandkoming van deze erevelden. De Gravendienst van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) was verantwoordelijk voor het Nederlandse deel.
De Legergravendienst (afdeling IIg) was onderdeel van het hoofdkwartier van de adjudant-generaal van het Koninklijke Nederlandsch-Indische Leger. Na opheffing van het KNIL werd de Gravendienst per 1 juni 1951 tijdelijk ondergebracht als civiele organisatie bij het Hoge Commissariaat voor Indonesië.
Taken
Instructie voor het hoofd van de Gravendienst van het hoofdkwartier van de adjudant-generaal (4 juli 1946)
Het hoofd van de Gravendienst zal:
Met alle daartoe dienstige en beschikbare middelen de graven opsporen, identificeren en registreren van de militairen zowel van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, van de Koninklijke Landmacht, van de Koninklijke Marine (Korps Mariniers) als van geallieerde strijdkrachten en van burgers en ingezetenen van alle nationaliteiten en bevolkingsgroepen van Nederlands-Indië, die tijdens de bondgenootschappelijke oorlog tegen Japan, dan wel daarna zijn gesneuveld, geëxecuteerd, vermoord of overleden als gevolg van mishandeling, uitputting, dan wel andere oorzaken met die oorlog of herbezetting verband houdende.
Voor zoveel nodig verbinding zoeken en samenwerking tot stand brengen met de instanties van geallieerde landen, welke voor hun militairen en/of burgers een overeenkomstig doel nastreven.
De wenselijkheid en de mogelijkheid onderzoeken van gehele of gedeeltelijke concentratie van verspreid liggende graven, daarbij voor zover mogelijk rekening houden met de openbare mening zowel als met die van de nagelaten betrekkingen.
Maatregelen treffen voor, dan wel voorstellen doen tot de oprichting van grafmonumenten, grafzerken dan wel andere graftekens, daarbij voor zover mogelijk rekening houdend met de godsdienstige gezindte, waartoe de overlevenden hebben behoord.
Maatregelen treffen voor, dan wel voorstellen doen voor het regelmatig onderhoud van de aldus aan de vergetelheid te onttrekken graven.
Periodiek, voor zover mogelijk van foto's voorziene, overzichten publiceren van opgespoorde graven, de ten aanzien daarvan getroffen maatregelen, alsmede alle verdere wetenswaardige gegevens.
Voorstellen doen tot andere maatregelen, a.a., welke hem ter goede uitvoering van zijn taak nodig of gewenst mochten voorkomen.
Werkwijze van de Gravendienst
Voorlopige registratie op 'klein kaartsysteem'. De gegevens hiervoor werden verkregen van officiële en van particuliere instanties, uit krantenberichten, van familieleden, vrienden en kennissen der overledenen.
De opsporing en de opgraving.
Transport van de stoffelijke overschotten naar de bijkantoren en de identificatie door een patholoog-anatoom.
De opbaring in een 'chapelle ardente' in afwachting van de herbegrafenis.
De herbegrafenis op het Ereveld.
Permanente registratie op 'groot kaartsysteem' en in de Ereveldregisters.
Op Java zijn zeven Nederlandse erevelden: Ancol en Menteng Pulo bij Jakarta, Lewigajah en Pandu bij Bandung, Kalibanteng en Candi bij Semarang en Kembang Kuning bij Surabaya. Buiten Java waren oorspronkelijk ook erevelden aangelegd, maar deze zijn na de soevereiniteitsoverdracht op verzoek van de Indonesische regering opgeheven. De stoffelijke overschotten zijn overgebracht naar erevelden op Java.
De Legergravendienst was werkzaam in Australië, de Salomonseilanden, de Filippijnen, de randstaten van Zuid-Oost-Azië, Japan en elders.
Documentair Informatie Centrum van het ministerie van Buitenlandse Zaken, De militaire erevelden Kanchanaburi en Chungkai (Den Haag 1993). Interne notitie.
Inventaris van de collectie archieven Strijdkrachten in Nederlands-Indië (1938-1939) 1941-1957 (1960) (Den Haag 2006). Ministerie van Defensie/Nationaal Archief.