Op het Congres van Wenen in 1815 waren afspraken gemaakt over de diplomatieke vertegenwoordiging. Er werd overeengekomen dat alleen de grote mogendheden ambassadeurs zouden uitwisselen. De kleinere landen stuurden gezanten naar elkaar. Deze gezanten hadden een lagere status dan ambassadeurs.
Na de Eerste Wereldoorlog werd Polen een zelfstandig land. Daarop benoemde Nederland in 1920 D. baron van Asbeck tot minister-resident, met als persoonlijke titel buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister. Na de Duits-Russische inval in 1939 bleef het gezantschap officieel nog bestaan. De Nederlandse gezant bij Poolse regering werd desalniettemin in maart 1940 benoemd tot gezant in Bern. Er werd echter geen nieuwe gezant gestuurd naar Polen, hoewel de missie in Polen nooit formeel beëindigd is.
De Poolse regering was naar Londen gevlucht. Nederland had bij deze regering wel een tijdelijk zaakgelastigde geaccrediteerd. Na de oorlog werd weer een gezant benoemd bij de Poolse regering. Tot 1960 bleef de diplomatieke vertegenwoordiging in de vorm van een gezantschap bestaan. In 1960 werd het gezantschap verheven tot ambassade.
Het gezantschap te Polen ressorteerde onder het ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Buitenlandse Dienst
Taken
De taken van een ambassade zijn in het Reglement Buitenlandse Dienst (Koninklijk Besluit 13 oktober 1951, Staatsblad nr. 449) vastgelegd:
Het Koninkrijk in het buitenland vertegenwoordigen.
De buitenlandse betrekkingen van het Koninkrijk onderhouden door middel van contacten met de regering van de ontvangende staat.
De belangen van het Koninkrijk en van de onderdanen behartigen en beschermen buiten het grondgebied.
Het verzamelen en verstrekken van gegevens met betrekking tot het gastland die voor de regering en voor de bewoners van het Koninkrijk van belang kunnen zijn.
Buiten het grondgebied van het Koninkrijk de gerechtelijke, buitengerechtelijke en administratieve handelingen en werkzaamheden te verrichten welke krachtens internationale overeenkomsten en de wetten en voorschriften van het Koninkrijk aan diplomatieke en consulaire ambtenaren zijn opgedragen of waartoe deze bevoegd zijn verklaard.
Het verrichten van alle andere door of vanwege de regering op te dragen werkzaamheden.
De werkzaamheden van de ambassades en consulaten zijn onder te verdelen in:
Inventaris van het archief van het gezantschap in Polen (Warschau), (1913) 1945-1954 (1955). Nationaal Archief/ministerie van Buitenlandse Zaken (Den Haag 1993).
Omvang: 19 pagina's. De inventaris bevat een archivistische inleiding (blz. 5-9)
Omvang
1 meter, 48 inventarisnummers
Archiefordening
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Voor publicatie van gegevens, tussen 75 en 50 jaar oud, met betrekking tot nog levende personen, uit de inventarisnummers 20, 23, 25, 26, 28 en 29 is toestemming van de directeur van het Nationaal Archief vereist. Raadpleging van de inventarisnummers 24, 27 en 44 na voorafgaande toestemming van de directeur van het Nationaal Archief.
De dossiers betreffende de repatriëring onder het hoofdstuk Volkerenrecht en internationaal recht zijn, op het inventarisnummer 20 na, wel volledig openbaar. Evenals de dossiers onder hoofdstuk Aangelegenheden van openbare orde betreffende de opsporing van personen.
Selectie en vernietiging
Tijdens de inventarisatie van dit archief in 1991 in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn totaal 27 dozen (3,0m) van de 32 (3,5m) vernietigd. De inventarisatie is uitgevoerd door het Bureau Semi Statische en Statische Archieven van hetzelfde ministerie. De vernietiging heeft plaatsgevonden op grond van de Lijst, houdende opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in het archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken en in de archieven van de Nederlandse vertegenwoordigers in het buitenland (1960).
Analytische beschrijving van het archief
Het archief bevat dossiers betreffende het organisme, zoals stukken met betrekking tot huisvesting, personeel en de taakuitoefening. Onder de taakuitoefening vallen dossiers betreffende juridische aangelegenheden, aangelegenheden van openbare orde, scheepvaartaangelegenheden, economische aangelegenheden en militaire aangelegenheden.
Onder het hoofdstuk juridische aangelegenheden, volkerenrecht en internationaal recht, staan dossiers beschreven die gaan over de repatriëring van Nederlanders uit Polen en de Sovjet-Unie. Het dossier inzake de repatriëring van Nederlanders uit Polen is op alfabet geordend. Eén dossier gaat specifiek over de repatriëring van Nederlandse politieke delinquenten uit Polen.
Onder het hoofdstuk Aangelegenheden van openbare orde zijn twee dossiers beschreven betreffende de opsporing van personen. Het eerste dossier gaat over de opsporing van de ouders van G.R.H. Teebe. Het andere dossier betreft opsporingen van Nederlanders die zijn overleden in de gevangenis van Slonsk.