Algemene opsporingsinstanties

Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis

Het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis bestond reeds vóór de Tweede Wereldoorlog en was speciaal opgericht voor de informatieverstrekking over personen in oorlogstijd en tijdens rampen. In 1909 had het Nederlandse Rode Kruis bij Koninklijk Besluit de opdracht gekregen een Informatiebureau voor zieken en gewonden op te richten en in oorlogstijd in werking te doen brengen. In 1914 werd het Informatiebureau in werking gesteld als gevolg van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Na deze oorlog bleef het bureau operationeel, hoewel er amper werkzaamheden waren.[1] Na de mobilisatie in 1939 werden de activiteiten van het Informatiebureau geïntensiveerd.

In de Tweede Wereldoorlog hield het Informatiebureau zich voornamelijk bezig met het onderhouden van contacten tussen krijgsgevangenen en hun familieleden, het versturen van voedselpakketten, het behandelen van persoonlijke zaken van krijgsgevangenen en gevangenen en het afwikkelen van nalatenschappen. Na afloop van de oorlog veranderden de werkzaamheden van het Informatiebureau. De nadruk kwam nu te liggen op het opsporen van vermiste personen en het verstrekken van inlichtingen aan familieleden.[2] Het Informatiebureau voerde deze taken uit in opdracht van de overheid en het bureau werd gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken.

Medewerkers van het Informatiebureau met namenlijsten van vermisten

Het Informatiebureau richtte zich niet op een bepaalde doelgroep vermisten. Over iedereen die als vermist werd opgegeven werd geprobeerd informatie te vinden. Wel had het Informatiebureau de afdelingen ingericht naar doelgroep. Afdeling A was bedoeld voor de tracering van Nederlanders en Indische Nederlanders in Nederlands-Indië, afdeling E behandelde vermissinggevallen van ex-politieke gevangenen en andere gevangenen uit concentratiekampen, afdeling H richtte zich op dwangarbeiders in Duitsland en afdeling J was speciaal voor joodse vermiste personen opgericht.  Daarnaast behandelden de afdelingen B en D respectievelijk aangelegenheden van buitenlandse militairen en buitenlandse burgers. De scheiding in doelgroepen was het gevolg van de verschillende manieren van opsporen.[3]

Hoewel de Nederlandse vrijwilligers in het Duitse leger en NSB’ers die na Dolle Dinsdag naar Duitsland waren uitgeweken niet als aparte doelgroep werden onderscheiden, werden ook deze mensen door het Informatiebureau opgespoord indien zij als vermist werden opgegeven. Vaak werd echter door de familie niet vermeld dat het ging om collaborateurs.

Medewerkers van Afwikkelingsbureau Kamp Vught, voorloper van Afwikkelingsbureau Concentratiekampen

Afwikkelingsbureau Concentratiekampen[4]

Een tweede belangrijke organisatie die zich richtte op meerdere groepen was het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen (ABC). Dit bureau is voortgekomen uit het Afwikkelingsbureau Concentratiekamp Vught en is opgericht door het Militair Gezag en de dames C.E. van Beuningen-Fentener van Vlissingen en E. Timmenga-Hiemstra. Tijdens de oorlog verstrekten zij voedselpakketten aan de gevangenen die in het concentratiekamp Vught verbleven. Hiertoe hielden de twee vrouwen een administratie bij aan de hand waarvan zij informatie verstrekten aan de familieleden van de gevangenen die in het kamp zaten of hadden gezeten.

Het Militair Gezag besloot deze dienst te institutionaliseren en op 26 november 1944 werd het Afwikkelingsbureau Vught opgericht. Na de oorlog werden de werkzaamheden uitgebreid tot alle kampen in Nederland en werd de naam omgedoopt in Afwikkelingsbureau Concentratiekampen.

ABC richtte zich meer in het bijzonder op het opsporen van gevangenen die in tuchthuizen, gevangenissen en concentratiekampen hadden gezeten.

Een aantal kleinere organisaties die zich inzette voor één bepaalde doelgroep sloot zich aan bij ABC om tot betere opsporingsresultaten te komen. Eind oktober 1945 kwamen de Nederlandse Israëlitische Gemeente (NIG) en ABC overeen dat het Informatie Werk dat onder de NIG viel opgenomen zou worden als zelfstandige afdeling bij ABC. Onder leiding van drie medewerkers van het Informatie Werk werd de afdeling Joodsch Recherchewerk opgericht. Daarnaast is ook het Inlichtingenbureau ex-Politieke Gevangenen van de Plaatselijke Advies Raad der Illegaliteit (PARI) opgegaan in ABC.

Karolien Verbrugge

Bronnen

[1] J. van de Vosse, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 (Den Haag 1948) 9.

[2] Van den Vosse, Verslag over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947, 22-187

[3] Ibidem, 102.

[4] Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, archief van het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen, collectie 250 m.

verantwoording
colofon