Raad voor Oorlogsschade

De Raad voor Oorlogsschade werd ingesteld bij gouvernementsbesluit van 3 juni 1947 door de Luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, H.J. van Mook.

Ter verbetering van de coördinatie van de oorlogsschadeproblematiek ontstond behoefte aan een speciale organisatie. Deze organisatie werd de Raad voor Oorlogsschade.

De Raad voor Oorlogsschade was samengesteld uit:

• gewone leden
• de departementshoofden
• buitengewone leden (vertegenwoordigers van het Westerse en Chinese bedrijfsleven)
• een secretaris

De functie van voorzitter van de Raad werd bekleed door de oudste in de Raad zitting hebbende departementshoofden, mr. J. van Hoogstraten, het hoofd van het Departement van Economische Zaken.

De uitvoering van de werkzaamheden werd opgedragen aan het Bureau van Oorlogsschade, dat onder de Raad voor Oorlogsschade ressorteerde. Op 12 januari 1948 stelde Van Mook voormalig resident van West-Kalimantan, J. Oberman, aan als tijdelijk directeur van het Bureau. Op 19 oktober 1948 werd Oberman door Van Mook vervangen door mr. E.A. Zorab, voormalig vice-president van de Raad van Justitie in Batavia, voorzitter van het bestuur van de Raad voor het Rechtsherstel en lid van de Japancommissie. Zorab werd benoemd tot buitengewoon lid en voorzitter van de Raad voor Oorlogsschade.

Van Mook belastte de Raad voor Oorlogsschade met de volgende taken:

• Restitutie van geroofde goederen uit Japan en andere delen van Zuidoost-Azië

• Het regelen van de verdeling van reparatiegoederen uit Japan

• De taxatie van de schadeclaim op Japan

• Het ontwerpen van een regeling voor schadevergoeding

• De registratie van oorlogsschadeclaims

De Raad en het Bureau voor Oorlogsschade waren niet bevoegd tot het uitkeren van vergoedingen. In de praktijk bleken niet alle taken uitvoerbaar. De Raad diende een regeling voor schadevergoeding te ontwerpen terwijl in die tijd officieus al duidelijk was dat de Nederlands-Indische regering nooit tot integrale schadevergoeding zou overgaan. Directeur Oberman heeft deze taak niet uitgevoerd. Het restitutie- en reparatievraagstuk, evenals de taxatie van de oorlogsschade werden in juli 1948 door Van Mook aan de Japancommissie te Jakarta overgedragen. Vanaf deze periode werd de registratie van oorlogsschadeclaims de belangrijkste taak van de Raad.

Rechtsherstel

• Oorlogsgetroffenen uit Nederlands-Indië algemeen

Nederlands-Indië

• Studiecommissie Materiële Oorlogsschade
• Commissie tot Taxatie van Oorlogsschade
• Raad voor het Rechtsherstel in Nederlands-Indië

• Keppy, P., Sporen van vernieling. Oorlogsschade, roof en rechtsherstel in Indonesië, 1940-1957 (Amsterdam 2006).