Mededeling Beheersinstituut over Niederländische Grundstückverwaltung, dat binnenkort zal worden overgegaan tot een eerste liquidatie-uitkering aan crediteuren van 40%
In 1945 kwam de NGV onder beheer te staan van het Nederlands Beheersinstituut. De afwikkeling duurde nog tot 1960.
Oprichters
Diplomaat Ingeniör Walther Münster in opdracht van de Rijkscommissaris Seyss-Inquart
Aanleiding voor oprichting
Op 11 augustus 1941 werd Verordening 154/1941 uitgevaardigd waarin de liquidatie van joods onroerend goed en hypotheken werd geregeld. Vijf dagen na de afkondiging werd de NGV belast met de uitvoering ervan.
Rechtsvorm
Stichting
Inrichting van de organisatie
De stichting werd geleid door een bedrijfsleider, W. Münster, die benoemd werd door de Rijkscommissaris. De NGV bestond uit een afdeling Beheer en een afdeling Juridische Zaken. De bedrijfsleider werd ‘unterstutzt und beraten’ door een curatorium van drie tot tien leden, die eveneens werden benoemd door de Rijkscommissaris.
In de praktijk droeg de NGV het beheer over aan veelal door NSB'ers geleide, Nederlandse ‘beheers’-instellingen. Zij betaalden de exploitatiekosten, inden de huren, verzorgden verzekeringen en hypotheken en droegen ook zorg voor de verkoop van de onroerende goederen. Deze Nederlandse beheerders moesten aan de NGV rekening en verantwoording afleggen en de vruchten zoals huuropbrengsten tegen een vaste provisie overdragen. Beheerders van de NGV waren het administratiekantoor Nobiscum en het Algemeen Nederlands Beheer van Onroerende Goederen (ANBO), dat tal van bijkantoren in het gehele land had. Deze beide firma’s benoemden op hun beurt weer onderbeheerders. Zo werd voor Amsterdam en omstreken de firma P. Everout aangesteld.
Doelstelling
Het doel van de stichting was het verkrijgen, vervreemden en beheren van grondbezit en onroerende rechten, in het bijzonder het vervullen van de haar bij Verordening 154/1941 van de Rijkscommissaris opgedragen taak.
Bevoegdheden
De NGV was bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen welke een behoorlijk beheer van joods grondbezit met zich meebracht. Maar zij kon dit grondbezit ook geheel of ten dele vervreemden of bezwaren.
Taken
Op grond van Verordening 154/1941 moesten alle joodse onroerende goederen en hypotheken bij de NGV worden aangemeld. Aangifteformulieren voor registratie van joods grondbezit, die verkrijgbaar waren bij de Kamer van Koophandel, werden naar de NGV gestuurd.
Na aanmelding nam de NGV het beheer over die goederen op zich. De hypotheken werden vanaf 1943 te gelde gemaakt. In 1944 nam de speciaal daartoe opgerichte Landelijke Hypotheekbank N.V. alle hypotheken van de NGV over.
In totaal werden ca. 20.000 percelen en 5600 hypotheken aangemeld met een geschatte waarde van respectievelijk 150 miljoen gulden en 22 miljoen gulden. De huuropbrengsten en verkoopsommen werden na controle door de Vermögensverwaltungs- und Rentenanstalt (VVRA) naar Liro-bank overgemaakt.
De verkoopopbrengsten en de ‘hypothecaire opbrengsten’ kwamen niet terecht bij de Niederländische Grundstuckverwaltung, maar vloeiden via de NGV naar de VVRA, onder aftrek van een deel van de provisie die aan de NGV ten goede kwam. Ook de geïnde huur- en andere exploitatieopbrengsten van percelen die onder Verwaltung stonden gingen via de NGV naar de VVRA.
Na de bevrijding werden over de vermogens van de verschillende kantoren van de NGV en haar lasthebbers diverse afzonderlijke beheerders benoemd. Pas in 1947 werden deze beheren geconcentreerd bij het Bureau Bijzondere Beheren van het NBI en in onderlinge samenhang afgewikkeld. Dit Bureau heeft tot een bedrag van f. 79 miljoen aan crediteuren erkend en daarop drie uitkeringen kunnen doen van resp. 40%, 25% en 10,65% van elke erkende vordering.
Aalders, G., Roof. De ontvreemding van joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog (Den Haag 1999).
Begeleidingscommissie onderzoek financiële tegoeden WO-II in Nederland, Eindrapport van de Begeleidingscommissie onderzoek financiële tegoeden WO-II in Nederland, Deel III (Leiden 1999), blz. 648-651.
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
De inventaris bevat een korte historische en archivistische inleiding.
Omvang
De op de NGV betrekking hebbende gedeelte bedraagt 1 meter.
Aantal inventarisnummers
inventarisnummers 529-536
Archiefordening
Alfabetisch
Toelichting
De dossiers over de door het NBI beheerde vermogens zijn alfabetisch op naam opgeborgen.
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Het beperkt openbare gedeelte van dit archief (niet-openbaar categorie B) is alleen ter inzage na schriftelijke toestemming tot raadpleging, te verkrijgen d.m.v. een schriftelijk verzoek (per brief, inclusief onderzoeksopzet) aan de directeur van het Nationaal Archief t.a.v. het hoofd Onderzoek. Raadpleging van stukken, jonger dan 50 jaar, na toestemming van de directeur Nationaal Archief. In twijfelgevallen pleegt directeur Nationaal Archief overleg met Justitie. Publicatie van gegevens na toestemming van Justitie, behalve van gegevens, die naar hun aard openbaar zijn (kranten, brochures, publicaties Raad en NBI, in openbaar uitgesproken vonnissen).
Analytische beschrijving van het archief
De inventarisnummers betreffende de NGV bevatten gedeeltelijke stukken van de beheerders van de NGV, gedeeltelijk stukken van het Nederlandse Beheersinstituut en een deel in beslag genomen administratie van het NGV.
Specificatie inventarisnummers 529-536 en 7378-7379 betreffende de Niederländische Grundstückverwaltung
Archief van het hoofdkantoor van het NBI
7378 Exposé nr. 25 betreffende de NGV 1955
7378 Correspondentie 1945-1956
7379 Accountantsrapporten over de periode 1945-1957
7379 Procedures tegen de NGV 1950-1960
Archief van het Bureau Bijzondere Beheren, afdeling NGV
530 Rapport afwikkeling NGV, met balansen 1948
530 Correspondentie met het Bijkantoor Amsterdam van het Nederlands Beheersinstituut
530 Diverse correspondentie met de Algemene Volkshuisvesting N.V., LVVS, Centrale Vermogensopsporingsdienst en de contactambtenaar van het ministerie van Maatschappelijk Werk
531 Vonnissen van de Raad voor het Rechtsherstel inzake teruggave onroerende goederen, 1949-1953
Archief van de Niederländische Grundstückverwaltung
530 Correspondentie met de NAGU betreffende onroerende goederen, in eigendom van bedrijven onder beheer van de NAGU
531 Correspondentie met de Algemene Volkshuisvesting N.V.
533-535 Grootboek, journalen en kas-giroboeken, 1941-1945
535 Hypothekenboeken
532, 536 Verkaufsbücher nrs. 2-18, transacties genummerd 1-8380, 1942-1945. Deze verkaufsbücher vermelden de ca. 7500 verkooptransacties van joodse huizen en percelen grond in de periode april 1942-januari 1945 (boek 1 ontbreekt)
Archief van de Bevollmächtigde für Wohnungs- und Siedlungswesen
529 Correspondentie van Dr. Günter betreffende het verlenen van toestemming krachtens Verordening 154/41 tot eigendomsovergang van joods onroerend goed. 1941-1943
Archief van het Hoofdkantoor van het NBI (toegang 2.09.49)
408 Stukken betreffende de overgang van het bestuur van de Niederländische Grundstück-Verwaltung (NGV) naar het bureau ijzondere Beheren, de toepassing van artikel 23 van het Besluit E 133 op minnelijke regelingen en het doen van liquidatie-uitkeringen aan crediteuren van de NGV, 1948-1950
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Collectie Documentatie II Zaken; Niederländische Grundstückverwaltung (dossier 556).