De uitkerings- en pensioenwetgeving voor oorlogsgetroffenen riep in de jaren zeventig en tachtig steeds meer kritiek op. De praktische uitvoering ervan liet te wensen over, de regelgeving was ingewikkeld, de aanvraagprocedure ondoorzichtig en willekeurig. Bovendien waren er geweldige achterstanden bij de behandelende instanties, waardoor twee tot drie jaar wachten op de afhandeling van een aanvraag geen uitzondering was. Ook in Den Haag heerste onvrede met het stelsel. Daarom werd op 14 januari 1985 de Commissie voor de Vereenvoudiging en Coördinatie van de Wetten voor Oorlogsgetroffenen geïnstalleerd, beter bekend als de Commissie van Dijke.
Inrichting van de organisatie
In de Commissie van Dijke hadden zitting:
Dhr. P. van Dijke - voorzitter
Prof. dr. W. Eizenga, hoogleraar staathuishoudkunde en statistiek aan de Rijksuniversiteit Leiden
Prof. mr. W.C.L. van der Grinten, emeritus-hoogleraar burgerlijk recht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen
Drs. L. Lamers, oud-directeur-generaal Sociale Zekerheid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Prof. drs. B.S. Polak, emeritus-hoogleraar huisartsengeneeskunde aan de Gemeentelijke Universiteit Amsterdam
Prof. dr. N.W. de Smit, buitengewoon hoogleraar forensische psychiatrie aan de Vrije Universiteit
Taken
Deze commissie, onder leiding van dhr. P. van Dijke, moest een uitspraak doen over de eindigheid van de wet- en regelgeving voor oorlogsgetroffenen, en aandacht geven aan de praktijk van de uitvoering. Een belangrijke aanbeveling van de commissie, namelijk de integratie van de verschillende met de toepassing van de wetten belaste raden, werd overgenomen. Dit leidde in 1990 tot de instelling van de Pensioen- en Uitkeringsraad waarin de uitvoeringsorganen opgingen.
Inventaris van het archief van de Directie Verzetsdeelnemers, Vervolgden en Burgeroorlogsgetroffenen en taakvoorgangers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en haar taakvoorgangers, 1946-1999. Nationaal Archief/PWAA (Den Haag/Rotterdam 2008).
Het archief van de Commissie van Dijke is opgenomen in het archief van de Directie Verzetsdeelnemers, Vervolgden en Burgeroorlogsgetroffenen en taakvoorgangers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en haar taakvoorgangers.
De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding
Aantal inventarisnummers
22 (7-28)
Archiefordening
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Op onderhavig archief berusten beperkingen op de openbaarheid. De beperking op de openbaarheid is van toepassing op de archiefbescheiden die in deze toegang zijn opgenomen onder de inventarisnummers 170, 174, 193 en 194-288. Nadere voorwaarden betreffende de beperking zijn vastgesteld in het “Besluit van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, houdende beperking van de openbaarheid van het archief van de Directie Verzetsdeelnemers, Vervolgden en Burgeroorlogsgetroffenen en taakvoorgangers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en haar taakvoorgangers, over de periode 1946-1999" dat als bijlage 1 bij de verklaring van overbrenging is toegevoegd.
Selectie en vernietiging
Na de inventarisatie van het archief van de Directie Verzetsdeelnemers, Vervolgden en Burgeroorlogsgetroffenen en taakvoorgangers, waar het archief van de Commissie Van Dijke deel van uitmaakt, is een deel van de archiefstukken vernietigd. Het is niet duidelijk of ook stukken van de commissie voor vernietiging in aanmerking zijn gekomen.
Bij de selectie van het archief zijn de volgende basisselectie documenten (BSD's) gebruikt: • BSD 3, Oorlogsgetroffenen, Stcr. 2007/98; • BSD 56, Nationale Ombudsman, Stcr. 2007/204; • BSD 101, Adelsbeleid, adelsrecht en het decoratiestelsel, Strc. 2007/142; • BSD 143 Organisatie van de rijksoverheid, Stcr. 2005/245. Dit archief bevat geen bescheiden die bewaard worden op grond van de hardheidsclausule art. 5 lid e van het Archiefbesluit.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van de Commissie van Dijke bevat agenda's en notulen van de vergaderingen van de commissie, alsmede stukken betreffende het adviseren van de minister over de commissie, het wetsvoorstel en de rapporten van de commissie.