Taken in het algemeen:
- het toepassen van de ABP-wet
- het beheren van het ABP
- het houden van toezicht op de naleving van de ABP-wet voor zover de uitvoering daarvan aan anderen is opgedragen
- naast deze taken mag de directie zich, met machtiging van de minister van Binnenlandse Zaken, belasten met de uitvoering van andere pensioenregelingen dan die voortvloeiend uit de ABP-wet. De minister van Binnenlandse Zaken kan de directie werkzaamheden ter uitvoering van andere pensioenregelingen dan die voortvloeiend uit de ABP-wet opdragen
- het doen van voorstellen aan de Minister van Binnenlandse Zaken met het oog op de toepassing van de ABP-wet
- het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten van de directie van het ABP
Taken op het beleidsterrein oorlogsgetroffenen (vanaf 1983):
- het berekenen en uitbetalen van de uitkering op grond van de:
- Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers
- Algemeene Oorlogsongevallenregeling Indonesië
- Wet Buitengewoon Pensioen Indisch Verzet
- het voorbereiden en uitvoeren van de door de PUR te nemen beschikkingen inzake de drie wetten buitengewoon pensioen
- het verzorgen van het secretariaat en de administratieve ondersteuning van de Commissie Indisch Verzet
Het ABP voerde ook taken uit voor de Buitengewone Pensioenraad. De voorzitter van de Buitengewone Pensioenraad was lid van de directie van het ABP. Ook werd de Buitengewone Pensioenraad bijgestaan door een secretaris en een geneeskundig adviseur, die beiden aangewezen werden uit de dienst van het ABP. De secretaris kon gemandateerd worden tot het nemen van beslissingen. De administratie van de Buitengewone Pensioenraad werd eveneens door het ABP verzorgd.
Ook de Uitkeringsraad was verbonden met het ABP. Bij mandaat kon door de secretaris van de Uitkeringsraad, die uit de dienst van het ABP was aangewezen, of door het ABP zelf beslissingen worden genomen. Het ABP droeg tevens zorg voor het opstellen van geneeskundige adviezen, daartoe wordt een geneeskundig adviseur aangewezen door de directie van het ABP.
Voor de Raad Uitkeringen Burgeroorlogsslachtoffers werd eveneens door het ABP werk verricht. Eén van de leden van de RUBO was tevens directielid van het ABP. Voor administratieve voorbereiding en uitwerking van de beslissingen werd de RUBO bijgestaan door een secretaris en een geneeskundig adviseur die beiden uit de dienst van het ABP aangewezen werden, en ook deze secretaris kon bij mandaat beslissingen nemen. Het personeel van het ABP was mede werkzaam voor de RUBO.
In artikel 40 van de Wet op de Pensioen- en Uitkeringsraad van 27 juni 1990 wordt bepaald dat archiefbescheiden van de voorgangers van de PUR (te weten de Uitkeringsraad, de Raad Uitkeringen Burgeroorlogsslachtoffers, de Buitengewone Pensioenraad en het ABP) - voor zover nog niet overgebracht naar een archiefbewaarplaats - overgaan naar de PUR. De PUR is zorgdrager geworden van deze archieven.