Informatieverstrekking Europa

Informatieverstrekking Europa

 

Mensen met kaartenbakken en landkaarten op zoek naar vermisten
Contact met Duitsland was in de eerste weken na de bevrijding bijna onmogelijk en dus kwamen er honderden aanvragen per week binnen bij de opsporingsbureaus met verzoeken om inlichtingen over vermiste verwanten en kennissen. Omdat er geen centraal informatiebureau voor vermisten was, werden aanvragen om inlichtingen over verwanten ingediend bij meerdere opsporingsbureaus. Dit kwam de informatieverstrekking niet ten goede en leidde tot veel misverstanden. Doordat de bureaus niet de beschikking hadden over dezelfde informatie kwam het nogal eens voor dat het ene bureau berichtte dat er geen nadere gegevens waren over de vermiste, terwijl het andere bureau reeds een bericht van overlijden kon zenden.

Het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis was de grootste opsporingsorganisatie en had ook de meeste binnen- en buitenlandse contacten, onder andere met het Internationale Rode Kruis en de International Tracing Service. Het Informatiebureau had daardoor de beschikking over de meeste persoonsgegevens. Alle binnenkomende gegevens werden bij het Informatiebureau verwerkt in een centrale cartotheek. Zowel de gegevens van overledenen, als repatrianten, als nog in het buitenland verblijvende Nederlanders werden in één kaartsysteem verwerkt. Door de toenemende hoeveelheid gegevens besloot het Informatiebureau in mei 1947 af te stappen van een gecombineerde cartotheek en met gescheiden kaartsystemen te gaan werken. De namen van vermisten werden op een blauwe kaart gezet, de namen van degenen van wie de verblijfplaats op een gegeven moment bekend werd, werden op een gele kaart ingevuld. Bij overledenen werd gebruik gemaakt van een gele kaart met zwarte rand.[1]

Documenten m.b.t. het opsporen van de ouders van Miep Lakmaker

Karolien Verbrugge

Bronnen

[1] J. van de Vosse, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 (Den Haag 1948) 140.

verantwoording
colofon