1942-1946. Begin maart 1942 werd vice-admiraal C.E.L. Helfrich benoemd tot Bevelhebber der Strijdkrachten in het Oosten. Per 31 januari 1946 werd Helfrich bij Koninklijk Besluit ontheven uit zijn functie. Er werd geen nieuwe BSO aangesteld, maar de functie werd niet opgeheven in het geval de noodzaak er was om opnieuw een BSO te benoemen.
Oprichters
Helfrich werd door de Nederlandse regering benoemd tot BSO.
Aanleiding voor oprichting
Op 2 maart 1942 vertrok vice-admiraal Helfrich naar Ceylon met de opdracht om daar een nieuw hoofdkwartier op te zetten voor de nog resterende Nederlandse marine. Na een aantal dagen werd Helfrich door de Nederlandse regering belast met het bevel over alle Nederlandse strijdkrachten in het Oosten. Hij kreeg de titel Bevelhebber der Strijdkrachten in het Oosten.
Bevelhebber der Strijdkrachten in het Oosten was vice-admiraal C.E.L. Helfrich. Op 25 augustus 1945 werd Helfrich tevens benoemd tot Bevelhebber der Zeestrijdkrachten.
Chef van Staf kapitein ter zee L.G.L. van der Kun
Hoofdkwartier
Bureau handelsbescherming en zeeverkeer.
Bureau personeel.
Bureau materiaal.
Bureau intendance.
Bureau verbindingsdienst.
Bureau voorlichting en publiciteit.
Bureau kabinet.
Positie binnen de organisatie
De BSO viel onder de bevelhebber der zeestrijdkrachten J. Th. Furstner.
Taken
De BSO kreeg als instructie van de bevelhebber der Zeestrijdkrachten:
Gij wordt door mij (de Bevelhebber der Zeekrachten) belast met het bevel over alle Nederlandsche- en Nederlandsch-Indische strijdkrachten in het zee- en landgebied van de "East Indies Station, South Atlantic Station beoosten de Meridiaan van Kaapstad (stad inbegrepen) en het Mediterranean Station bezuiden Port Said en alle Pacific Areas", omschreven in de "Directive to the Supreme Commander in the S.W. Pacific Area, by agreement among the Governments of Australia, New Zealand, United Kingdom, Netherlands and U.S.A" en de "Directive to the C. in C. of Pacific Ocean Area". (In de praktijk kwamen alle Nederlandse strijdkrachten in het Southwest Pacific Area (SWPA) en de South East Asia Command (SEAC) onder Helfrichs bevel).
Gij zult bij de uitoefening van dit bevel in het oog houden, dat, teneinde aan de bekende bezwaren van een coalitie-oorlogsuitvoering te ontkomen, het "operational control" over de deelen der in punt 1. genoemde weermacht in de gebieden waarin een geallieerde opperbevelhebber het bevel voert, bij dien opperbevelhebber berust.
Gij zult zoveel als eenigzins mogelijk is, overleg plegen met den in punt 2 bedoelden opperbevelhebber teneinde bij diens beslissingen Uw plaatselijke kennis zoo zwaar mogelijk te doen wegen.
Onder Nederlandsche strijdkrachten worden, behalve die der Koninklijke Marine, ook verstaan de vaartuigen en diensten, die blijvend of tijdelijk onder de Koninklijke Marine ressorteerden op 8 december 1941. Onder Nederlandsch-Indische strijdkrachten worden verstaan die onderdelen, welke op dien datum onder het Koninklijk Nederlandsch Indische leger ressorteerden. Betreffende de Nederlandsch-Indische strijdkrachten zult gij administratieve betrekkingen onderhouden met den minister van Koloniën.
Wat betreft het militair gezag in deelen van Nederlandsch-Indië, welke daadwerkelijk door onze strijdkrachten zijn bezet, worden bij beschikking van den minister van Koloniën nadere regelingen getroffen, doch te Uwer informatie diene, dat het in de bedoeling ligt het militair gezag aldaar zo spoedig mogelijk door civiele gezagsdragers te doen uitvoeren.
De BSO was officieel belast met het bevel over alle Nederlandse strijdkrachten in het Oosten welke buiten Indië waren of alsnog zouden komen. De BSO had echter geen operatief bevel. Dit lag in handen van de geallieerde bevelhebbers. De BSO had alleen administratief bevel. Dit betekende dat de BSO verantwoordelijk was voor de verzorging en onderhoud van de troepen. De BSO stond onder bevel van de betreffende Theatre Commander.
De BSO stond aan het hoofd van alle Nederlandse diensten, welke een taak hadden op het gebied van:
Psychologische oorlogsvoering.
Ondergrondse activiteit.
Sabotage.
Inlichtingendienst.
En alles wat daartoe moet worden gerekend in de meeste uitgebreide zin als onderdeel van de oorlogsvoering van het koninkrijk in het Verre Oosten.
Inventaris van het archief van het Ministerie van Marine: Bevelhebber der Strijdkrachten in het Oosten, 1942-1946. Nationaal Archief (Den Haag 1998).
Inventaris van het archief van het ministerie van Defensie: Commandant Zeemacht in Nederlands-Indië, (1942-) 1945-1950. Nationaal Archief/Centrale Archiefselectiedienst (Den Haag, Winschoten 2000).
Archief van de Bevelhebber der Strijdkrachten in het Oosten
Omvang: 44 pagina's. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 5-19).
Indices op toegang
Het archief is nader toegankelijk door middel van agenda's, indices, inhoudsopgaven en registers.
Omvang
11,3 meter; 387 inventarisnummers.
Archiefordening
Chronologisch
Numeriek
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
volledige openbaarheid
Selectie en vernietiging
Bij de inventarisatie van het archief is de Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van het ministerie van Defensie (vastgesteld 1987) als leidraad gehanteerd. Routinematige personeelsbescheiden werden voor vernietiging afgevoerd. Tijdens de selectie, herordening en inventarisatie in 1998 werd 88 centimeter archiefbescheiden vernietigd.
Analytische beschrijving van het archief
Het grootste deel van de stukken is chronologisch geordend, dat wil zeggen dat ingekomen en minuten van uitgaande stukken in dossiers op datum zijn opgeborgen. Via nadere toegangen, zoals registers, indices, agenda's en inhoudsopgaven zijn stukken over specifieke onderwerpen te vinden.
Het archief bevat veel materiaal over het werk van de BSO: onderhoud van schepen, aanschaf van oorlogsmateriaal, personeelspolitiek en voorschriften. Daarnaast zijn er stukken over alle aspecten van de Nederlandse oorlogsvoering in Azië, waaronder de oorlogsdagboeken van het commando, rapporten van verrichtingen en de patrouillerapporten, de Slag in de Javazee, de evacuatie van schepen en troepen uit Nederlands-Indië, operaties van duikboten, 320 squadron, inlichtingenrapporten over Nederlands-Indië tijdens de Japanse bezetting, informatie over krijgsgevangenen en geïnterneerden (zie 237: bevrijding en transport krijgsgevangenen), handelsbescherming, de overgave van de Japanners en de terugkeer van de Nederlandse autoriteiten naar Nederlands-Indië, de politieke situatie in Nederlands-Indië na de Japanse overgave en de repatriëring van Nederlanders en Indische Nederlanders naar Nederland.